2 Samuel 12
Bijbelgedeelte: 2 Samuel 12
Wanneer David zijn schuld erkent, bekent hij deze onmiddellijk. En hij hoeft niet lang op vergeving te wachten – Nathan verzekert hem van Goddelijke vergeving en zegt dat David niet zal sterven. Maar omdat David zijn vijanden de gelegenheid heeft gegeven om de grote en heilige God te lasteren, is God gedwongen om zijn ongenoegen over Davids zonde op een drastische manier aan de “hele wereld” te tonen.
David was de koning die door God was aangesteld en hij had Gods gunst gekregen. Maar omdat hij dit deed, moest God hem voor de ogen van heel Israël tuchtigen.
De kastijding is drievoudig:
- Het zwaard zou niet van zijn huis wijken (vs. 10).
- Davids vrouwen zullen in het openbaar aan een andere man uit zijn eigen huis gegeven worden (vs. 11).
- De zoon die uit hoererij werd geboren zou sterven (vs. 14).
Alles is uitgekomen.
- Het zwaard drong door in Davids familie. Zoals hij zelf zei, moest hij viervoudig boeten (vs. 6). Drie van zijn zonen werden vermoord (Amnon, Absalom, Adonia) en het kleine kind, dat uit de verbintenis met Bathseba werd geboren, werd rechtstreeks door God gedood (vs. 18).
- Davids opstandige zoon Absalom voegde zich bij de tien bijvrouwen van David op het dak van het huis van de koning (vgl. 2 Sam. 11:2).
- Zoals eerder is aangetoond: Het eerste kind van Bathseba moest sterven.
Gods regering is onbuigzaam. Gods molens malen langzaam, maar ze malen voortreffelijk en fijn. Dit is vandaag de dag nog steeds waar.
Gerrid Setzer; © www.bibelstudium.de
Online in het Duits sinds 15.03.2010
Geplaatst in: Christendom, Zonde
© Frisse Wateren, FW