Zesde dag
De genezende striemen
“… De straf die ons de vrede aanbrengt, was op Hem, en door Zijn striemen is er voor ons genezing gekomen”. ”Door Zijn striemen bent u gezond geworden” (Jes. 53:5; 1 Petr. 2:24).
Het lijden van Christus vormt een voortreffelijk thema voor de godvruchtige overpeinzing van de heiligen van God in elk tijdperk. Van de vermorzelde hiel in Genesis (Gen. 3:15) tot het geslachte Lam in Openbaring (Openb. 5) worden ze in de Schrift op verschillende manieren uiteengezet.
De profeet Jesaja keek voorwaarts naar de lijdende Dienstknecht van de HEERE in de kracht van de inspirerende Geest en verkondigde Zijn visie (Jes. 53) in de taal die geliefd wordt door allen die met Zijn hulp terugkijken naar Golgotha: “… De straf die ons de vrede aanbrengt, was op Hem, en door Zijn striemen is er voor ons genezing gekomen”.
Bij het lezen en gedenken van deze enkele woorden wordt het wonder van het goddelijke lijden altijd groter voor ons. De Dienstknecht van de HEERE staat voor ons, met blijvende striemen; “door Zijn striemen is er voor ons genezing gekomen”, zoals Petrus citeert. Striemen! Slagen zijn voor de dwazen, zo leert de wijze man ons (Spr. 19:29); en de wet van Mozes bepaalde dat een rechter in Israël, die een man schuldig bevond voor het gerecht, hem zou kunnen straffen om slagen te ontvangen, maar die nooit meer dan veertig in aantal zou den mogen zijn (Deut. 25:1-3).
Nu, in de ogen van zowel God als mens, werd de Heer Jezus zonder schuld bevonden. “Ik vind geen enkele schuld in Hem” (Joh. 18:38), zei Pilatus. De Vader verklaarde vanuit de hemel dat Hij Zijn welbehagen vond in Zijn geliefde Zoon. De HEERE zei: “Zie, Mijn Knecht, Die Ik ondersteun, Mijn Uitverkorene, in Wie Mijn ziel een welbehagen heeft …” (Jes. 42:1). Toch is het van deze vlekkeloze, smetteloze van Wie we lezen: “Door Zijn striemen bent u gezond geworden”.
Als we door de bladzijden van Jesaja’s grote profetie bladeren, vinden we de woorden van de lijdende Dienstknecht Zelf: “Ik geef Mijn rug aan hen die Mij slaan, Mijn wangen aan hen die Mij de baard uitplukken” (Jes. 50:6). En deze woorden werden in de ruimste mate vervuld toen de Joden de Heer Jezus met hun vuisten sloegen, en de heidenen Hem kaakslagen gaven (Matth. 26:67, Matth. 27:24).
Hoe verschrikkelijk deze vernederingen van gewelddadige mannen ook zijn om door de aanbidders van de Heer te aanschouwen, het zijn niet de striemen die ons hebben genezen. De Heilige Lijder onderging zowel slaan door God als slaan door de mens. “Want wie Ú geslagen hebt vervolgen zij …”, zei de psalmist (Ps. 69:27).
In de Bijbel is ‘slaan’ een term die een daad van goddelijk oordeel beschrijft. De HEERE sloeg het opstandige en afgodische land Egypte door de dood van hun eerstgeborenen (Ps. 78:51; Ps. 105:36, Ps. 135:10). We weten ook dat Hij de Goede Herder van de schapen sloeg (Zach. 13:7; Matth.26:31). Wat is het wonderbaarlijk dat er het uitoefenen van goddelijke toorn op de Heer Jezus is geweest en dat wij door Zijn striemen genezen (gezond) zijn!
Gods wegen van genade zijn niet onze wegen. De dienstknecht die de wil van zijn meester kende, maar het niet deed, zal in gerechtigheid met veel slagen geslagen worden (Luk. 12:47). In genade ontving de Heer Jezus, die de wil van God kende en die tot het uiterste deed, in Zichzelf de slagen van Gods toorn – en door Zijn striemen zijn we genezen.
De apostel Petrus zet in zijn context van het citaat van de profeet Jesaja enigszins het onderwerp van dat lijden voor onze rekening uiteen. Hij brengt vele fasen van Christus’ lijden samen gedurende die duistere uren, opdat onze aanbidding kan worden versterkt wanneer we lezen over Hem Die onze zonden droeg.
“… Christus … Die geen zonde heeft gedaan en geen bedrog werd in Zijn mond gevonden, Die, als Hij uitgescholden werd, niet terugschold, als Hij leed, niet dreigde, maar [Zich] overgaf aan Hem Die rechtvaardig oordeelt; Die Zelf onze zonden in Zijn lichaam heeft gedragen op het hout … door Zijn striemen bent u gezond geworden” (1 Petr. 2:21-24). Die striemen voor onze genezing kwamen over de zachtmoedige, nederige Christus van “Hem Die rechtvaardig oordeelt”, – over Hem Die “geen zonde heeft gedaan”.
Hoe ontzagwekkend het donkere middaguur van Golgotha! Het oog van het geloof doordringt de dichte duisternis die het land bedekte vanaf het zesde uur tot het negende uur toe, en onderscheidt vaag de onzichtbare, niet te meten, ongekende, onvervalste striemen, die met afschuwelijke kracht neerdaalden op de Heilige Lijder tot onze genezing.
“The cross! ’twas there Thou bowedst Thy head;
There deeper pangs than mortals know
Did rend Thy heart, and deepest floods
Of wrath divine did Thee o’erflow.
Thy cross, Thy cross! ’t is there we see
What Thou, our blessed Saviour, art;
There all the love that dwells in Thee
Was labouring in Thy breaking heart”.1
Helaas, helaas! alleen de roede op die Ander kon genezing brengen. Zonder het kruis en Zijn striemen zou er geen balsem in Gilead voor de gewonde mannen kunnen zijn. Het was toen de Golgotha-boom van vervloeking werd omgehakt en in de Mara-wateren van oordeel werd geworpen, dat die wateren zoet en aangenaam werden gemaakt om de dorst van berouwvolle zondaars te lessen en de vermoeide harten van belaste heiligen te verfrissen.
En zo komt de stem van de geslagen Lijder naar ons toe: “Ik ben de HEERE, uw Heelmeester” (Ex. 15:26). Hij die gewond was vanwege onze overtredingen “bindt de breuk van Zijn volk en de wond die het is toegebracht, zal genezen” (Jes. 30:26, Jes. 57:17,18).
Al onze zegen vloeit voort uit de Heilige Lijder op het vloekhout van Golgotha. Door Zijn striemen zijn we genezen en de boom van de dood wordt de boom van het levens in het midden van het paradijs van God. Als we van Hem eten, hebben we nooit meer honger.
“Precious are the stripes that healed us,
Perfect is the grace that sealed us,
Strong the hand stretched forth to shield us
All must be well”.1
W. J. Hocking
Tweede druk, C. A. Hammond, 1945.
Bewerkt uit het Engels.
Geplaatst in: Christendom
© Frisse Wateren, FW