Vele vragen – genoeg antwoorden?
Kritische medemensen voor de Heer winnen?
Gaat het u ook zo, dat u soms door niet-Christenen aangevallen wordt, die je aanvankelijk ‘monddood’ maken? Onze verlegenheid is echter vaak Gods gelegenheid! Daarom willen we aan de ene kant in zulke momenten allereerst absoluut de Heer om wijsheid vragen en daarna zó antwoorden, dat het evangelie ook dan doorgegeven wordt, wanneer we de vraag zelf niet of slechts gedeeltelijk beantwoorden kunnen.
Aan de andere kant echter is het goed, wanneer we ook de ziens- en denkwijze van onze omgeving een beetje kennen. Dan kunnen we ons ook vooraf met het bijbelse inzicht met betrekking tot sommige opvattingen bezig houden. “Het paard [onze ‘bereidwilligheid om voor het evangelie te strijden’] wordt bereid tegen de dag van de strijd; maar de overwinning is van de HEERE” (Spr. 21:31). De volgende uitspraken en ook de antwoorden dienen daarvoor alleen als voorbeelden. De antwoorden zijn bewust kort gehouden, om meer ruimte voor eigen overwegingen te geven. Over het algemeen komt het in het gesprek vaak op de kortheid aan. Men heeft – bijvoorbeeld bij een boekentafel – vaak slechts enkele seconden tijd om iemand snel nog even te ontmoeten!
Paulus roept ons, tegenover hen die buiten zijn, in wijsheid te wandelen (Kol. 4:5). Er is daar meer sprake van het algemene gedrag (wandel) en niet speciaal van gesprekken. We moeten bedenken, dat ons hele optreden een getuigenis voor de Heer is. Maar wanneer zich dan toch een gelegenheid voordoet, en is het een uitdagende vraag, zo mogen wij deze in de kracht van de Heer benutten!
Nog een kleine aanwijzing vooraf: Het is vaak een hulp om rekening te houden met de omstandigheden, waaronder die vragen of beweringen geuit worden. Is iemand bijvoorbeeld door de dood van een nabestaande opgewonden? Of heeft hij moeilijke ervaringen in ‘zijn’ kerk of met Christenen achter zich? Daarmee moeten we in de manier waarop we reageren, rekening houden.
“God? Die bestaat toch helemaal niet?”
Hoe weet u1 dat dan zo precies? Laten we eens naar de grote schepping kijken! Dat is het werk van God. En uzelf bent een wonderwerk van God. Bovendien God is op deze aarde gekomen en heeft ‘voetsporen’ achtergelaten: Jezus Christus de Zoon van God is voor ons gestorven. Nu is Hij opgestaan en leeft! Over de opstanding is namelijk beter getuigd dan vele gebeurtenissen van de wereldgeschiedenis, die wij zondermeer geloven. (Juist over de opstanding van de Heer wordt bij de verkondiging in Handelingen vaak getuigd). Lezen we maar eens de bijbel. Dan zult u ontdekken hoe de levende God tot u spreekt.
“De bijbel is toch slechts een van de vele religieboeken met vele tegenstrijdigheden”
Welke tegenstrijdigheden bevatten de bijbel dan? (Hier wordt het meestal al erg rustig). De bijbel overtuigt door historische nauwkeurigheid. Zij bevat honderden profetieën, die zich in detail vervuld hebben. Zij is ook voor de alledaagse vragen absoluut betrouwbaar, maar bovenal kunnen we van haar in geestelijke dingen autoriteit en waarheid verwachten. En dat getuigt zij ook van haar zelf: “Uw woord is [de] waarheid” (Joh. 17:17), zo zegt Christus over het Woord. En Hij zegt van Zichzelf: “Ik ben de waarheid” (Joh. 14:6). De bijbel onderscheidt zich daarom van de ‘vele religieboeken’ niet alleen door haar wonderbare historische en profetische nauwkeurigheid, maar ook door de Openbaring van God in de Heer Jezus Christus.
“Er zijn vele wegen (religies), om tot God te komen”
De bijbel toont – in tegenstelling tot de religies – de weg naar God op een eenmalige wijze: De religies wijzen op een weg naar God langs eigen inspanningen. De bijbel daarentegen openbaart, dat God tot ons in Christus afgedaald is. Hij heeft ons zo lief, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gaf, opdat een ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft (Joh. 3:16). Dat is eenmalig: Niet de eigen, vergeefse inspanningen tellen, maar het aanbod van God, vergeving van schuld door belijdenis te ontvangen!
“Jezus, ik red het alleen wel!”
Wat bedoelt u met het alleen “redden”? Wie zijn vertrouwen op de uitspraken van Christus stelt (dat betekent namelijk in Hem geloven), die ervaart de verlossing van het probleem ‘schuld’ in zijn leven. Dat redt niemand alleen. En bovendien: Wilt u werkelijk met deze uitspraak eens voor God verschijnen?
“Dat moet een God van liefde zijn? Waarom laat Hij dan al die ellende van de wereld toe (honger, ongerechtigheid)?”
Wie heeft dan tot al die oorlogen aangezet en die gruwelijkheden uitgevonden (Jak. 4:1)?! Voor dat, wat de mens zonder God aanricht, moet plotseling God verantwoordelijk zijn? God zal een antwoord op die ongerechtigheid geven en eens alle mensen oordelen, en wel door Christus Zelf (Hand. 17:31). Maar tot dan toe wil Hij, dat allen zich bekeren. Zo lankmoedig is Hij (2 Petr. 3:9)! Hij wacht ook op u, op jou. (Overigens kan men over dit thema, wanneer men er ernstig over wil nadenken, ook goede evangelische boeken raadplegen. Men loopt soms snel in een val, in het bijzonder bij ‘slimme’ mensen).
“Ik denk positief en werk aan mijzelf”
Beslissend is: Wanneer het Woord van God waar is, dan moeten we de diagnose van de Bijbel over ons mensen absoluut accepteren. En die luidt: “Er is geen rechtvaardige, ook niet één” (Rom. 3:10). Wanneer we dat aannemen, beginnen we ‘positief’ (in de juiste richting) te denken, we keren innerlijk om. En dan kunnen we de ‘therapie’ van God beleven: “Als we onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtvaardig om ons de zonden te vergeven en ons te reinigen van alle ongerechtigheid” (1 Joh. 1:9).
”Ik ben ook Christelijk actief en geëngageerd”
Wat verstaan wij onder Christelijk actief? Hoe wordt men dan volgens eigen mening Christen? (Belangrijk: de gesprekspartner moeten we ernstig nemen en ook laten spreken. Wanneer we hen met onze kennis bedelven, weet hij naderhand nauwelijks meer dan voor die tijd. Tenslotte hebben ook wij het evangelie niet binnen 5 minuten aangenomen). Weet u, dat uw zonden vergeven zijn? Wat is de grondslag voor uw overtuiging? We verheugen ons over allen, die uit de vergeving leven en de zijde van de Heer Jezus kiezen. (De groep ‘halfchristenen’ is zeer moeilijk. Hier is bijzondere wijsheid voor nodig, om de innerlijke houding van de tegenstander te ervaren en mogelijkerwijs te verklaren.
“Hemel en hel zijn er toch helemaal niet”
De Heer Jezus spreekt Zelf van de hel (bijv. in de bergrede, Matth. 5:29-30) en van de hemel (Matth. 5:34). Gods Woord is waar (zie boven), en wij zouden Christus tot leugenaar maken, wanneer er geen hemel en hel zouden bestaan. Er zijn twee ‘eindstations’ voor de mensen: Of de eeuwige heerlijkheid bij Christus of het eeuwige van-God-verwijderd-zijn (2 Thess. 1:9).
“Bent u van de Jehova Getuigen?”
De bijbel maakt duidelijk, dat er alleen langs de weg van het geloof en zonder eigen ‘prestatie’ een weg ter verlossing is. Dat wordt door de Jehove Getuigen helaas anders geleerd. Bovendien stelt de bijbel de Heer Jezus Christus als eeuwige Zoon van God en enige Verlosser in het middelpunt van alle gedachten. Ook in dit opzicht wordt door de Jehove Getuigen helaas verkeerde leringen verbreid.
“Hoe heet uw groep?”
De bijbel legt allereerst de nadruk op de persoonlijke verhouding van de individuen tot God. Dat is ook de basis van onze activiteit hier (bijvoorbeeld aan de boekentafel, bij evangelisatiewerk, enzovoorts): Christus is voor u persoonlijk gestorven en zou u graag willen redden! Kent u Hem al als uw Redder? En daarna geeft God ook aanwijzingen voor ons gemeenschappelijk leven als Christenen. De bijbel geeft ons als Christenen geen extra namen, en daarom nemen wij ook afstand van een naamgeving. We proberen, met de hulp van de Heer de gedachten van de bijbel over het gezamenlijke van Christenen te verwerkelijken. We komen samen om God te dienen, tot gebed en rondom de bijbel. (Vaak is die vraag over de naam een afleidingsmanoeuvre, waardoor men zich niet van het eigenlijke doel zou moeten laten afleiden. Maar men kan algemene ‘informatie’ geven, misschien ook een brochure of een passend tractaat doorgeven; in het bijzonder natuurlijk, wanneer het duidelijk wordt, dat het om echte wedergeboren Christenen gaat).
“En wij?”
Voor velen van ons is soms het grote probleem, überhaupt met mensen in gesprek over de eeuwige dingen te komen. Er is ook veel kracht voor nodig om in een net gezelschap plotseling iets wezenlijks aan te roeren. Maar een korte opmerking kan toch vaak verder helpen. Men moet ook niet altijd proberen, de hele boodschap van het evangelie in het kort door te geven. Een appèl op het geweten voert niet zelden tot latere navraag, die dan benut kan worden om het evangelie te verkondigen.
In het bijzonder in een persoonlijk gesprek kan men dan weer de draad oppakken. Altijd echter geldt het woord van onze Heer en Meester: “Zonder Mij kunt u helemaal niets doen” (Joh. 15:5)!
Misschien hebt u ook interessante vragen en beweringen gehoord en naar een goed antwoord gezocht. Schrijf dan gerust … we willen dan graag dat thema wat uitdiepen!
Martin Schäfer
Geplaatst in: Christendom, Evangelie, Geloof
© Frisse Wateren, FW