“Ik zal meegaan.”
“Ik zal meegaan,” zei Rebekka toen haar werd gevraagd of ze met Eliëzer, de dienaar van Abram, mee wilde gaan om de vrouw van de zoon van zijn heer te worden. Ze had het verslag van de Godvrezende vreemdeling geloofd en haar hart was vastbesloten om alles op te geven wat haar dierbaar was geweest en de man te volgen die haar naar Izak zou brengen. Er lag een lange, zware reis voor haar, maar haar ogen waren niet gericht op de reis, maar op de bestemming.
Rebekka is een bekend voorbeeld van de bruid van Christus. Ook wij zijn op reis. Ons hart is gewonnen voor de Heer Jezus en wij trekken Hem tegemoet. De aarde is niet ons thuis en de hemel is nog niet bereikt. Eliëzer is een voorbeeld van de Heilige Geest die ons begeleidt op onze pelgrimstocht. En zoals hij ooit tijdens de reis tot Rebekka zal hebben gesproken over wat haar te wachten stond in het huis van de vader van haar bruidegom, zo bemoedigt de Heilige Geest vandaag onze zielen door te wijzen op de kostbare dingen die voor ons liggen. En we hebben deze bemoediging nodig om niet gebukt te gaan onder de ongemakken en ontberingen van de reis, en om onze gedachten van alles wat we verlaten hebben, te leiden naar het einddoel. De Heilige Geest troost en bemoedigt ons. Hij vertelt over wat onze harten nu interesseert, over de liefde en macht van de Vader en dat Hij “alles wat Hij heeft” aan de Zoon heeft gegeven; Hij neemt de dingen van Christus en deelt ze met ons (Joh. 16:12-14). En terwijl Hij dit met onvermoeibare zorg doet, komen we steeds dichter bij het doel en voor we het weten is de woestijn doorkruist. Laten we daarom altijd naar Jezus kijken, de Heer die ons tegemoet komt! Spoedig zal Hij Zijn gemeente binnenbrengen in het hemelse Vaderhuis. Dan stilt al het verlangen en vloeien er geen tranen meer.
© Der Herr ist nah
Geplaatst in: Overdenking bijbeltekst, Toekomst
© Frisse Wateren, FW