Gemeente van God (6)
Een wereldwijde eenheid (deel 2c)
5. Een kandelaar
Toen Johannes in ballingschap (in verbanning) op Patmos was, zag hij in een gezicht zeven gouden kandelaars en de Heer Jezus die in het midden van deze kandelaars rond wandelde, en wel als Rechter (Openbaring 1:12v.v.). Over deze betekenis van de kandelaar bestaat geen twijfel. De laatste zin van het hoofdstuk luidt: “en de zeven kandelaars zijn de zeven gemeenten”.
Natuurlijk is een kandelaar ervoor om licht te geven. Of vergeten wij dat soms? Dat er onvergelijkbare zegeningen in zijn, wanneer men bij de vergadering van God behoort, hebben we al gezien. Maar er is ook een verantwoording, en wel om als licht te schijnen – niet alleen persoonlijk echter ook als vergadering. Licht afgeven betekent, iets te tonen van dat wat God is en wat van Hem in Christus geopenbaard is. Daartoe behoort beide, gezonde leer en praktijk. Wanneer een vergadering niet in de goede toestand verkeert, kan het ertoe komen dat de Heer Jezus de kandelaar wegnemen1 moet (Openbaring 2:5).
Het feit dat het om zeven afzonderlijke kandelaars gaat, is niet in tegenspraak met dat wat we in de rubriek “lichaam” over het thema eenheid hebben gezegd. De plaatselijke vergaderingen zijn een afbeelding van de wereldwijde vergadering van God, een deel ervan. Hun betrekkingen tot elkaar worden in Openbaring niet behandeld. Hier gaat het erom2 dat de vergadering van God, daar waar zij is (dus plaatselijk), licht afgeven moet.
6. De bruid
- Genegenheid
- Reinheid
- Waarde voor Christus
- Blijvende verbinding met Christus
De vergadering wordt ook als bruid en vrouw beschreven (Openbaring 21:2,9). Dat toont weer geheel nieuwe aspecten van dat, wat de vergadering is, namelijk dat er een levensverhouding is tussen haar en de Heer Jezus. De uitdrukking “bruid” toont de frisheid van haar genegenheid, terwijl de “vrouw” van haar diepte en bestendigheid spreekt. Hij heeft haar liefgehad en Zich voor haar overgegeven (Efeze 5:25). Zij leeft voor Hem in reinheid (“als reine maagd” – 2 Korinthe 11:2) – zo moet het in ieder geval ook praktisch altijd zijn.
De Christenheid die na de opname op de aarde overblijft, wordt daarentegen als hoer aangeduid (Openbaring 17:1), dat wil zeggen: haar kenmerk is ongeoorloofde verhoudingen. De echte bruid daarentegen, de vergadering, zal Hem behagen (“zoals een voor haar man opgemaakte bruid”) en zal ook eens in volle schoonheid – onberispelijk – gezien worden (Openbaring 21:2 en Efeze 5:27).
De vergadering wacht als bruid erop, dat de Heer Jezus weer terug komt. Beantwoorden wij de liefde van de Heer Jezus altijd zo, dat wij aan de beschrijving “bruid” voldoen? Zijn onze genegenheden voor Hem gereserveerd? En laten de wensen en doelen in ons leven zich ook door de uitroep “Kom!” samenvatten?
7. Een stad
Het beeld van stad wordt ook op de vergadering toegepast, maar niet vóór het 1000-jarig rijk (Openbaring 21:10). Pas dan zal de regering over de aarde van haar uitgaan (zij het dan ook indirect 4)), want daarom gaat het in dit beeld. Vandaag daarentegen bevindt zich de vergadering weliswaar op aarde, maar heeft niet de opdracht over haar te regeren of haar te verbeteren, maar een getuigenis daarin te zijn.
Evenwel toont ons het beeld van de stad enkele kenmerken van de vergadering, die nu al zichtbaar moeten worden (ten dele in overdrachtelijke zin):
- Het is een heilige stad, in tegenstelling tot de Christusloze Christenheid, die zich tot een systeem ontwikkelt dat als grote stad beschreven wordt – Babylon (Openbaring 18). Het komt niet op de grootte aan, maar daarop dat de Heer Jezus geëerd wordt.
- Zij komt uit de hemel, van God (Openbaring 21:10). De vergadering is niet door een besluit of een vereniging op aarde ontstaan. Haar oorsprong is hemels, in de “verborgen raad” van God in de voorbijgegane eeuwigheid.
- Zij “heeft de heerlijkheid van God”, en volkeren wandelen in haar licht (Openbaring 21:11,24): Het is een opdracht voor de vergadering licht te verspreiden en de wereld de waarheid te laten zien, in het bijzonder over God, en zo een zegen te zijn voor anderen.
- Zij heeft een muur (Openbaring 21:14), want zij is gescheiden van elke vorm van ongerechtigheid. De poorten (vers 13) geven echter ieder, die met een oprecht hart komt, de toegang.
En dat is slechts een kleine bloemlezing van de kenmerken van de stad. Wie dit gedeelte aanschouwt, zal steeds meer mooie eigenschappen van de vergadering ontdekken. Dan (in het 1000-jarige rijk) zal zij ook praktisch zo zijn en gezien worden. Nu al kunnen we herkennen, wat de gedachten van God voor de vergadering zijn, waar het voor Hem op aankomt.
Michael Hardt, © Folge mir nach
In het volgende nummer: “De plaatselijke vergadering (deel 1)”.
Geplaatst in: Gemeente
© Frisse Wateren, FW