Gemeente van God (4)
Een wereldwijde eenheid (deel 1)
Tot het Christen-zijn behoort ook het “met elkander” als Christen in de gemeente (vergadering1, kerk) van God (dat was het thema van deel I). En deze Christenen zijn weliswaar helaas in talloze groepen versplinterd, maar God ziet voortaan slechts één gemeente, namelijk de Zijne (dat hebben we in deel III gezien). In dit vierde deel van deze serie willen wij gemeenschappelijk iets over de gemeente in haar wereldwijde aspect leren.
Beelden van de gemeente van God
God als perfecte Leraar wil ons de grootsheid van de gemeente van God voor zo ver dat maar mogelijk is, duidelijk maken. En daarvoor gebruikt Hij begrippen of vergelijkingen die wij uit het dagelijks leven goed kennen. Deze “beelden” helpen ons vele aspecten van de gemeente beter te verstaan. Wanneer men eens nakijkt, welke beelden de Bijbel gebruikt om de gemeente te beschrijven, kan men zich alleen maar verwonderen. Ze zijn zo verschillend als zij maar zijn kunnen. Want wat heeft een huis met een parel2 te doen, of een bruid met een schaapherder? Maar dat toont juist de schoonheid van de gemeente in de ogen van God. Hij geeft zich veel moeite om ons door totaal verschillende beelden te beschrijven, wat deze gemeente voor Hem betekent. Een enkel beeld zou daarvoor niet toereikend zijn.
1. Een zeer kostbare parel
- Waarde
- Eenheid
- Ondeelbaarheid
In Mattheüs 13 verklaart de Heer Jezus dat het met de Christenheid (het “Rijk van God”) sterk bergafwaarts gaan zou. Maar ondanks alles was er een voorwerp die voor Hem oneindig waardevol was. Hij vertelt van een koopman die een beetje verstand had van parels. Op een dag vond hij een zeer kostbare parel. Deze parel wilde hij beslist bezitten. Zo verkocht hij alles wat hij had, om deze parel te bezitten (Mattheüs 13:45-46) – een treffend beeld van de waarde die Christus in de gemeente zag. Om haar te bezitten gaf Hij alles.
Parels zijn ondeelbaar, dit geheel in tegenstelling tot diamanten die men kan delen en weer slijpen kan. Snijdt men echter een parel door, dan vernietigt men haar waarde. De parel is een beeld van de gemeente als geheel; diamanten daarentegen spreken van afzonderlijke gelovigen die verschillende kleuren van het licht reflecteren, dat Christus afgeeft. Parels ontstaan door verwonding. Een vreemd lichaam dringt de parelschelp binnen, die op de bodem van de zee ligt, en verwondt haar. De levende mossel scheidt een afscheiding2 af, laag voor laag. Zo groeit de parel3 en tenslotte sterft de mossel. Alleen zo kan de parel gewonnen worden. De gemeente kon alleen ontstaan toen Christus “verwondt” werd en Zijn leven voor haar gaf.
2. Eén (!) kudde
Van Israël en van de volkeren Een herder Een kudde Geen omheining Overgave van de herder Het beeld van de kudde is één van de mooiste, juist wat de eenheid van de wereldwijde gemeente betreft. Er staat in Johannes 10:16: “En Ik heb [nog] andere schapen, die niet van deze stal zijn; ook die moet Ik toebrengen, en zij zullen naar Mijn stem horen; en zij zullen één kudde, één herder worden”.
De Heer Jezus spreekt van twee soorten schapen: Ten eerste van zulken die zich in de stal bevinden. Dat waren joden die door de wet om zo te zeggen omheind waren. De Heer Jezus leidt hen uit dit hof (Joh. 10:3). Wie zijn dan die andere schapen? Dat moeten dan natuurlijk niet-joden zijn, en wel zulken die zich uit het heidendom tot de Heer Jezus bekeerd hebben. Deze beide groepen van schapen vormen nu een kudde, zoals de Heer Jezus het aankondigde.
Wat houdt de kudde bijeen? Een hof (tuin) met een omheining? Ik had beter kunnen vragen: Wie houdt hen bijeen? Het is de ENE Herder, die Zijn leven gelaten heeft voor de schapen.
3. Eén (!) lichaam
- Eenheid
- Verscheidenheid
- Harmonie
- Levende, van vitaal belang zijnde, verbinding met het Hoofd
- Verschillende aspecten (tijdelijk, eeuwig, plaatselijk)
- Waarde voor God
Het menselijk lichaam is fascinerend, dat weten niet alleen de medici. De onderscheiden organen en leden verrichten hun eventuele opdrachten. Alles is wonderbaar gecoördineerd. Het hoofd (de hersenen) geeft de bevelen.
Verscheidenheid in eenheid
De gemeente wordt meermalen als lichaam beschreven. In 1 Korinthe 10:17 zegt Paulus: “Want wij, de velen, zijn één lichaam”. In hoofdstuk 12 gebruikt hij dan dit beeld om de verscheidenheid in eenheid aanschouwelijk te maken: De leden zijn zo verschillend van elkaar en funtioneren toch zo harmonisch. Wie zou zich een beter beeld kunnen voorstellen? In een lichaam mag niemand menen dat hij alles kan (dat zou een lichaam zijn met één enkel orgaan, bijvoorbeeld het oog), en niemand mag denken dat hij geen taak heeft (dat zou een orgaan zijn dat beweert helemaal niet bij het lichaam te horen). Dat leren wij in 1 Korinthe 12 (zie vers 15 en 21). Het beeld van het lichaam van Christus wordt ook in Romeinen 12 gebruikt, om ons te tonen dat wij leden van elkaar zijn, dus niet onafhankelijk van elkaar.
De Heer zorgt voor de vergadering!
Efeze 4 toont ons dat aan de gemeente ook gaven gegeven zijn (herders, leraars, evangelisten en zovoorts), opdat het lichaam opgebouwd wordt, dat betekent opdat de gelovigen gesterkt en verder geleid worden in de dingen van het geloof. Om deze gaven te kunnen geven, moest Christus eerst in de diepste diepten afdalen (in de dood) en daarna omhoog gevaren boven allle hemelen (vers 8-10). Waarom profiteren wij dus vandaag ervan dat er leraars en herders en evangelisten zijn? Omdat Christus niet alleen alles gegeven heeft, om de gemeente te bezitten (gelijkenis van de parels), maar haar op treffende wijze uitgerust heeft voor de opbouwing van het lichaam van Christus. Hij zorgt tot op vandaag voor de gemeente (vers 12) want wij gaan Hem ter harte (verg. 1 Petr. 5:7).
De waarde van de gemeente voor God
Een heel bijzonder mooi aspect vindt men dan nog in Efeze 1. Daar wordt de gemeente uitdrukkelijk “Zijn lichaam” genoemd; en dan staat er dat zij is “de volheid van Hem die alles in allen vervult” (vs. 23). Is Christus “onvolledig?” Als God is Hij natuurlijk in Zichzelf voldoende, maar als Mens – we durven het alleen te zeggen, omdat de Schrift het doet – wordt Hij door de gemeente vervult, net zo als Adam zonder Eva niet volledig was. Kan iemand zich voorstellen dat God de gemeente een hogere eer geven kon?
Gemeente van God – plaatselijk uitdrukking van de wereldwijde gemeente
Nog iets: Er is maar één lichaam – net zo als er ook maar één Hoofd is. Paulus noemt dat eens “de Christus” (1 Korinthe 12:12). Daarmee bedoelt Hij Christus als Hoofd en de vergadering als lichaam. “De Christus” is niet één Hoofd met vele lichamen. Christenen op verschillende plaatsen vormen bepaald niet onafhankelijke vergaderingen [gemeenten – vertaler], maar behoren alle tot het ene lichaam, die de volheid van Christus is.
Het lichaam van Christus bestaat uit alle gelovigen wereldwijd. Ook juist in de plaats waar wij wonen, moet dat zichtbaar worden (zal D.V. in het volgende artikel uitvoeriger behandeld worden). Hier willen wij slechts vasthouden, dat men in plaatselijke samenkomsten de waarheid van het ene lichaam verwerkelijken kan, doordat men zich daarmee in overeenstemming gedraagt (D.V. ook daarover meer in latere bijdragen).
Menigeen mag antwoorden dat het Woord van God toch van vergaderingen [gemeenten – vertaler] spreekt, of ook van de “gemeente van God die in [of: te] Korinthe is” (1 Kor. 1:2) – tot wie later nog gezegd wordt: “en u bent [het] lichaam van Christus” (1 Kor. 12:27). Dat is echter geen tegenspraak. De gemeente van God in Londen bestaat uit alle gelovigen in Londen. Zij zijn echter geen afzonderlijk lichaam, maar behoren tot het ene lichaam. Ik zou tot vele lezers kunnen zeggen: Jullie zijn Nederlands. Maar jullie zijn nog lang niet “de Nederlanders”, want er zijn nog veel meer Nederlanders. Jullie zijn een deel ervan en draagt haar karaktertrekken.
De drie grote aspecten van de gemeente van God als lichaam van Christus
Er zijn verschillende gezichtshoeken, van waaruit wij het ene lichaam zien kunnen. Maar daarbij geldt altijd de grondregel “er is één lichaam” (Ef. 4:4):
- Tijdelijk: alle gelovigen die nu op aarde leven (Efeze 4 en 1 Korinthe 12)4.
- Eeuwig: alle gelovigen van Pinksteren tot de gemeenschappelijke opname [ontrukking = misschien geen goed Nederlands woord, maar komt wel dichter bij de letterlijke vertaling, hetgeen m.i. ook dichter bij de oorspronkelijke bedoeling ligt – vertaler] (Ef. 1:23).
- Plaatselijk: alle gelovigen die in één plaats wonen (1 Kor. 12:27).
Michaël Hardt, © Folge mir nach
In het volgende artikel: “Een wereldwijde eenheid” (deel 2).
3. Parel = ronde ophoping van paarlemoerstof.
Geplaatst in: Gemeente
© Frisse Wateren, FW