3 jaar geleden

Geen kalme reis maar wel een behouden aankomst

“Laten wij oversteken naar de overkant van het meer. En zij staken van wal. Terwijl nu voeren viel Hij (d.w.z. Jezus) in slaap. En er sloeg een stormwind op het meer, en zij liepen vol en verkeerden in nood. Zij nu gingen naar Hem toe, wekten Hem en zeiden: Meester, Meester, wij vergaan!” (Luk. 8:22-24).

 

Jezus heeft degenen die op Hem vertrouwen geen kalme reis door het leven beloofd, maar Hij verzekert hun een veilige aankomst in hun hemels huis.

Het meer van Gennesareth in de Boven-Jordaanse Vallei ligt meer dan 600 voet [1] onder de zeespiegel. De omringende bergen rijzen tot ongeveer 1.300 voet [2] boven het meer. De diepe canyon-achtige vallei veroorzaakt plotselinge neerwaartse winden en stormen.

Een dergelijke storm joeg het meer op en bracht de boot in gevaar toen Jezus met Zijn discipelen de oversteek maakte. Vermoeid na een lange dag waarop Hij niet alleen had gepredikt, maar ook veel zieken had genezen, was Jezus op de reis in slaap gevallen.

De discipelen waren zich terdege van bewust van de gevaren van het meer; sommigen van hen waren vissers. Maar nu de storm heviger was geworden en er water in de boot stroomde, waren ze ten einde raad. Het was maar goed dat ze wisten tot Wie ze zich in gevaar konden wenden!

Zij hadden een oprecht geloof in Christus. Daarom gingen zij naar Hem toe, wekten Hem en beschreven hun hachelijke situatie. Uitroepend: “Meester, Meester, wij vergaan!” richtten zij zich tot de juiste Persoon, maar wat zij zeiden verraadde pure wanhoop en angst.

De discipelen waren getroffen door de hevigheid van de storm, maar elke indruk die zij tot dan toe hadden gehad van de grootheid van hun Meester was verdwenen. In hun angst kwamen zij tot Jezus. Zou Hij nog een wonder verrichten?

 

“Hij echter stond op en bestrafte de wind en de golfslag van het water, en zij hielden op, en er ontstond een stilte. Hij nu zei tot hen: Waar is uw geloof? Zij echter vreesden en verwonderden zich en zeiden tot elkaar: Wie is toch Deze, dat Hij zelfs de winden en het water gebiedt en zij gehoorzamen Hem” (Luk. 8:24,25).

 

De discipelen hadden de Heer gewekt met hun angstige kreet: “Meester, Meester, wij vergaan!” Zouden ze werkelijk vergaan, terwijl de Zoon van God Zelf bij hen in het schip was?

Als Hij aan boord is, en wij een levende relatie met Hem hebben, kunnen wij onmogelijk verloren gaan of omkomen. Door de Heilige Geest is Christus vandaag niet minder bij ons aanwezig dan Hij toen bij de discipelen was.

Met gezag gebood de Heer de wind en de golven. Dat toonde aan dat Hij niet alleen de Meester van de discipelen was, maar ook de Meester van de natuur, de Schepper. Eén woord van Hem en het is gedaan. De dreiging van zinken was verdwenen; alles werd volkomen rustig.

“Waar is uw geloof?” vroeg de Heer aan Zijn discipelen. Als de discipelen de grootheid en de macht van hun Meester hadden ingezien, zou hun geloof gesterkt zijn en hun angst weggenomen. Zij hadden voldoende geloof om zich tot Hem te wenden; toch waren zij wanhopig. Nu de Heer dit opmerkelijke wonder had verricht, waren zij verwonderd, zó onverwacht was de absolute rust.

“Wie is toch Deze?” Een uitroep van opluchting en verwondering, maar tegelijkertijd een vraag en een bekentenis, dat zij de Zoon van God nauwelijks kenden.

Jezus, de Heer, is groter dan alles wat ons kan beangstigen of overweldigen. De beste manier om ons geloof te versterken is Christus beter te leren kennen.

Slot.

 

NOTEN:
1. 600 voet = 182,88 meter.
2. 1300 voet = 396,24 meter.

 

The Good Seed, september 2014.

Geplaatst in:
© Frisse Wateren, FW