1 jaar geleden

Gastvrijheid (9)

“<Want> ik heb mij zeer verblijd toen1 er broeders kwamen en van uw waarheid getuigden, zoals u in [de] waarheid wandelt. Ik heb geen grotere blijdschap dan deze, dat ik hoor dat mijn kinderen in de waarheid wandelen. Geliefde, u handelt trouw in alles wat u jegens de broeders bewerkt, en dat jegens vreemdelingen, die van uw liefde getuigd hebben tegenover [de] gemeente; u zult er goed aan doen, als u hen voorthelpt op een wijze God waardig; want zij zijn voor de Naam uitgegaan, zonder iets aan te nemen van hen die tot de volken [behoren]. Wij behoren daarom zulke [personen] te ontvangen, opdat wij medearbeiders van de waarheid worden” (3 Joh. 3-8).

De gewoonte van gastvrijheid (deel 9)

Gajus is een prachtig voorbeeld van gastvrijheid in actie. In vers één lezen we dat hij geliefd was, in feite noemt Johannes hem vier keer geliefd (vs. 1,2,5,11). Hij was niet alleen geliefd; hij was ook evenwichtig omdat hij leefde naar de waarheid die de liefde van Christus weergaf. Deze kwestie van de waarheid, het volledig geopenbaarde Woord van God (vs. 3), wordt vijf keer genoemd in deze korte brief.

De naam Gajus komt op verschillende plaatsen in het Nieuwe Testament voor (Hand. 19:29; 20:4; Rom. 16:23; 1 Kor. 1:14). Het was een veel voorkomende Romeinse naam. Maar deze Gajus was geliefd bij de oude apostel Johannes en leidde een evenwichtig christelijk leven. Het evenwicht dat hier wordt voorgesteld is, dat hij leefde bij en voor de waarheid van het Woord van God. Maar het was gewoon theoretisch in zijn hoofd blijven hangen, hij leefde het uit en toonde de liefde van God aan anderen.

Deze liefde werd getoond in de daad van gastvrijheid. Wanneer broeders door zijn gebied kwamen, opende hij zijn huis voor hen. Hij opende zijn huis voor de broeders en voor vreemdelingen. Hij opende zijn huis niet uit noodzaak of plicht, maar uit liefde. Liefde voor de broeders en liefde voor Christus is wat zijn gastvrijheid motiveerde! 

Zijn liefde voor de broeders doet mij denken aan het huisgezin van Stéfanas die “zich ten dienste van de heiligen hebben gesteld” (1 Kor. 16:15). Dit woord “ten dienste stellen” betekent, dat zij zich toelegden op het dienen van de belangen van de heiligen. Deze daad van gastvrijheid verfriste de harten van hen die hiermee in aanraking kwamen (1 Kor. 16:18). Op dezelfde manier verfriste Gajus en ongetwijfeld zijn huishouden de harten van hen die op bezoek kwamen. 

Tegenwoordig is er een hele bedrijfstak die de “horeca” heet. In die industrie worden ze vooral gemotiveerd door het maken van winst. Gajus en Stéfanas werden gemotiveerd door de liefde van de broeders. Moge zulke liefde ons ook motiveren!

 

NOOT:
1. Of ‘telkens.’

 

Tim Hadley Sr.

Geplaatst in:
© Frisse Wateren, FW