1 Timotheüs 3 vers 2:
“De opziener dan moet onberispelijk zijn, man van één vrouw, nuchter, ingetogen, waardig, gastvrij, geschikt om te leren … .”
De gewoonte van gastvrijheid (deel vijftien)
Een van de kenmerken van een oudste in de plaatselijke gemeente is, dat hij gastvrij moet zijn. In Titus 1 vers 8 schrijft Paulus dat een oudste gastvrij moet zijn, een liefhebber van het goede, ingetogen, rechtvaardig, heilig, matig …”. In beide Schriftgedeelten zien we, dat het de verantwoordelijkheid van de oudste is om een voorbeeld te zijn, niet alleen in het onderwijs, maar ook in gastvrijheid.
Gastvrijheid is vaak een verwaarloosde vereiste voor hen die leiding geven in de plaatselijke gemeente. Er wordt ons opgedragen ijverig te zijn om de toestand van onze kudde te kennen en op uw kudde te letten (zie Spr. 27:23). Eén van de manieren om de kudde te kennen is haar in huis te hebben, tijd met haar door te brengen, naar haar te luisteren en samen van de Heer te genieten. Gastvrijheid schept mogelijkheden voor relatie, discipelschap en evangelisatie. Het schept een natuurlijke omgeving voor het voorbeeld van het huwelijk, ouderschap en een groot aantal christelijke deugden. Terwijl een oudste anderen moet leren wat de Bijbel zegt, moet hij ook tonen wat er staat, en dat kan hij doen door mensen uit te nodigen in zijn huis en in zijn leven.
Het christelijk huis moet in zijn omgeving de reputatie hebben van een plaats van toevlucht, een plaats van echtheid zijn, een plaats van oprechtheid en op God gericht zijn, waar Christus wordt onderwezen en allen worden opgenomen in het samen zijn als gezin. Dit geldt in het bijzonder voor de oudste in de gemeente. Zijn huis zou gekenmerkt moeten worden door belangstelling te tonen voor mensen! Zijn huis zou een plaats moeten zijn waar mensen zich welkom en geliefd voelen om in zijn huis te zijn.
Een voorbeeld van een ‘verantwoordelijke’ broeder in de gemeente die zijn huis openstelt is Gajus van Korinthe. Paulus had hem gedoopt (1 Kor. 1:14), en vermeldt over hem: “U groet Gajus, de gastheer van mij en van de hele gemeente” (Rom. 16:23). Hij stelde niet alleen zijn huis open voor Paulus, maar ook “voor de hele gemeente,” dus Gajus van Korinthe was een geweldig voorbeeld van een leider die gastvrijheid nastreefde.
Tim Hadley Sr.
Geplaatst in: Christendom
© Frisse Wateren, FW