Waarom?
Bijbelgedeelte: Habakuk 1 vers 1-3 en vers 19
Met Habakuk voert onze reis ons nu naar een “kleine profeet” die iedereen helpt die vragen heeft aan God. Heb jij ook niet ervaren, dat God in veel slechte dingen niet ingrijpt of dingen “toelaat” die je niet kunt begrijpen – en je ( in het geheim of hardop) hebt afgevraagd “Waarom?”
De boodschapper en de boodschap
Het boek van de profeet Habakuk heeft een heel persoonlijk karakter. Hij brengt geen boodschappen rechtstreeks aan de mensen, maar de lezer is getuige van een dialoog tussen God en Habakuk. Habakuk ervaart hoe slecht en onrechtvaardig Gods volk zich gedraagt. Hij vraagt God waarom Hij toekijkt. God antwoordt hem, dat Hij Zijn volk zal kastijden door middel van de Chaldeeën – het koninkrijk Babylon. Dit roept bij Habakuk de vraag op of het rechtvaardig is, dat een goddeloze natie als Israël geoordeeld wordt door een volstrekt goddeloze natie als Babylon. God geeft Habakuk ook daarop antwoord …
Een glimp van de profeet Habakuk:
Habakuk 1 vers:
3. Waarom doet U mij onrecht zien en aanschouwt U de moeite? …
13b. Waarom aanschouwt U wie trouweloos handelen, zwijgt U, wanneer een goddeloze hem verslindt die rechtvaardiger is dan hijzelf?
14. U maakt de mensen als vissen in de zee als kruipende dieren, die geen heerser hebben.Habakuk 2 vers:
1. Ik ging op mijn wachtpost staan, nam mijn plaats in op de vestingwal, en keek uit om te zien wat Hij in mij spreken zou en wat ik antwoorden zou op mijn aanklacht.Habakuk 3 vers:
2. HEERE, toen ik Uw tijding hoorde, heb ik gevreesd. HEERE, Uw werk, behoud het in het leven in het midden van de jaren, maak het bekend in het midden van de jaren. Denk in Uw toorn aan ontferming!
18. ik zal dan toch in de HEERE van vreugde opspringen, mij verheugen in de God van mijn heil.
Laat God ongerechtigheid zomaar doorgaan?
Wie weet niet wat Habakuk hier meemaakt: er gebeuren dingen waar ik niet in kan of wil berusten. Een collega op school neemt mij op de korrel en komt ermee weg. Een collega op het werk pest mij en maakt dan zelf carrière. Mijn (biologische) broer of zus vertelt over mij en komt er zelf mee weg. Het is nog erger als iemand uit Gods volk, zoals Habakuk, Gods wil volledig negeert ten koste van anderen. Dit alles is onrechtvaardig, het schendt Gods gerechtigheid – en toch grijpt God niet in. Het lijkt alsof Hij onbewogen toekijkt. Vragen komen op: “Waarom laat God dit toe? Waarom helpt Hij mij niet? Waarom laat Hij slechte dingen gebeuren?”
Hoe gaat een gelovig christen met zulke situaties om? Je kunt strijden: Het recht moet zegevieren, dus ga er als een Robin Hood tegenaan! Je kunt twijfelen: Bestaat God wel als ik niets van Hem merk? Je kunt je er gelaten bij neerleggen: Trouw leven naar Gods Woord is gewoon niet meer haalbaar in deze tijd. Je kunt God verwijten maken: Het is onrechtvaardig, dat de rechtvaardigen slechter af zijn dan de onrechtvaardigen! Je kunt cynisch worden: Als God de goddelozen lijkt te belonen, dan kan ik het nog erger doen of op zijn minst met gelijke munt terugbetalen. Was dat de juiste reactie daarop?
Asaf maakte iets soortgelijks mee en schreef er een psalm over. Het was bijna onverdraaglijk voor hem dat goddeloze mensen schijnbaar zorgeloos konden leven en steeds rijker konden worden (Ps. 73:12). Hoe hij hiermee omging is leerzaam: ten eerste deed hij de goddelozen niet na, maar bleef hij trouw aan God (Ps. 73:15). Ten tweede hielp het hem om Gods plannen en doelen opnieuw te realiseren: hij hield vast aan de waarheid dat God rechtvaardig is en onrecht zal oordelen. Niet nu, maar op Zijn tijd. Het was zeker nuttig voor hem om niet stil te staan bij wraakgedachten, maar om zich op God te richten en zich te verblijden (verg. Ps. 73:17; 23-26; Hab. 3:18). Zeker, het was ook moeilijk voor Habakuk (Hab. 1:6), maar het was het waard: God bevrijdde hem van frustratie en bitterheid en gaf hem vreugde en geduld.
Habakuk krijgt hier een soortgelijk antwoord als Asaf: Het onrechtvaardige volk zal onder de voet gelopen worden door Babel (Hab. 1:6 e.v.). Dit is een antwoord, dat de grond van twijfel en gelatenheid wegneemt: God is rechtvaardig. Daar moeten we gewoon aan vasthouden. Dat betekent ook dat onrecht (d.w.z. alles wat in strijd is met Gods wil) wordt veroordeeld – op Zijn tijd. Habakuk had onrecht op het oog, vooral onder Gods volk. Dat is waar God Zijn oordeel begint, ook vandaag nog (1 Petr. 4:17).
Waarom doet God wat Hij doet?
Habakuk nam er geen genoegen mee om er alleen maar op te wijzen, dat de rechtvaardige God op de lange termijn geen onrecht laat doorgaan. En soms voelen we ons net zo. We willen het onszelf niet zo gemakkelijk maken, maar we willen graag begrijpen waarom God handelt zoals Hij doet. “Waarom-vragen” zijn toegestaan. We lezen vaak in de Bijbel dat gelovige mensen God “waarom” vroegen – de reden voor zijn daden. Zulke vragen zijn alleen verkeerd als ze God beschuldigen. Maar zou God geen vragen moeten accepteren die gesteld worden in de verwachting, dat Hij kan helpen en de innerlijke vrede kan herstellen?
Zo was het ook met Habakuk (vgl. Hab. 2:1). En hij schijnt het recht te hebben om nog meer vragen te stellen: Is het eerlijk, dat God een nog slechter, ja zelfs volkomen goddeloos volk wil gebruiken om zijn volk te oordelen (Hab. 1:13)? God heeft drie antwoorden op deze vraag. Ten eerste: “De rechtvaardige zal door zijn geloof leven” (Hab. 2:4). Hiermee wordt aan Habakuk bevestigd, dat geen enkele gelovige in dit oordeel zal omkomen (vgl. Hab. 1:12). Ten tweede zal de goddeloze die God voor het oordeel heeft gebruikt ook zelf geoordeeld worden (Hab. 2:6 e.v.) – God ziet geen enkele zonde over het hoofd. En ten derde is God soeverein en hoeft hij geen verantwoording af te leggen voor Zijn daden (Hab. 2:20).
Van vragen naar vrede en vreugde
Gods antwoorden brengen Habakuk tot eerbiedige lofprijzing (Hab. 3). Hij is onder de indruk van Gods almacht en soevereiniteit. Hij laat Gods grootheid en macht aan zijn innerlijk oog voorbijgaan en wordt zelf heel klein (Hab. 3:16). Wat goed dat hij niet bang hoeft te zijn voor God. Integendeel, hij geniet vrede en kan zich erover verheugen door Hem aangenomen te zijn (Hab. 3:16,18,19) – aangenomen door de almachtige God die regeert, ook al kun je dat (nog) niet zien. Habakuk ontvangt dus vrede en vreugde door de antwoorden op zijn vragen. Iedereen die vragen heeft aan God kan dit ervaren. God geeft niet altijd concrete antwoorden. Maar Hij geeft vrede (Fil. 4:7), en als je die hebt, kun je je verheugen – zelfs als je het nog steeds niet begrijpt.
Thorsten Attendorn; © www.bibelstudium.de
Online in het Duits sinds 18.07.2006.
Geplaatst in: Christendom
© Frisse Wateren, FW