5 maanden geleden

Een reis door de kleine profeten (3) – Amos

Bijbelgedeelte: Amos 1 vers 1 – 9 en vers 15

In onze serie over de kleine profeten komen we na Hosea en Joël bij Amos. Zijn boek bestaat uit negen hoofdstukken.

De boodschapper:

De profeet Amos kwam uit het stadje Tekoa, dat een paar kilometer ten zuidoosten van Bethlehem lag. Hij was daar landbouwer en moerbeikweker (Amos 1:1; 7:14). Zijn beroep komt altijd duidelijk naar voren in zijn toespraken. Zijn onopvallende levensonderhoud moet een aanstoot zijn geweest voor de opzichtige, uitbuitende en onrechtvaardige klasse mensen, die de profeet scherp aan de kaak stelde. Amos werkte in de dagen van Uzzia, koning van Juda (791-740 vóór Christus), en Jeroboam II, koning van Israël (793-753 vóór Christus). Hij begon zijn bediening twee jaar vóór een zware aardbeving, waar hij verschillende keren op zinspeelde (Amos 1:1; 5:9; 6:11; 8:8; 9:5). Zijn duidelijk opgebouwde profetie is geschreven in sprekende, levendige en gemakkelijk te begrijpen taal.

De boodschap:

De eerste twee hoofdstukken kondigen het oordeel aan: eerst over de drie buurvolken Syrië, Filistea en Tyrus, dan over de drie stamverwante buurvolken Edom, Ammon en Moab en ten slotte over Juda en Israël zelf. De hoofdstukken Amos 3-6 bevatten vier toespraken aan het volk. De eerste drie beginnen met de woorden “Luister naar dit woord” (Amos 3:1; 4:1; 5:1) en de laatste met een “Wee” (Amos 6:1). De hoofdstukken Amos 7-9 vers 10 richten zich op vijf visioenen van het oordeel: het visioen van de sprinkhanen (Amos 7:1-3), van een alles verterend vuur (Amos 7:4-6), van de paslood (Amos 7:7-9), van de rijpe vruchten (Amos 8:1-3) en van de Heer die bij het altaar staat (Amos 9:1-4). In de laatste verzen van dit boek (Amos 9:11-15) beschrijft de profeet het herstel van Israël en de zegeningen van het vrederijk.

Een lichtstraal uit de profetie van Amos – een waarschuwing tegen hoogmoed en voor dadendrang

“Uit uw zonen deed Ik profeten opstaan, uit uw jongemannen nazireeërs. Is dit niet zo, Israëlieten? spreekt de HEERE. Maar u laat de nazireeërs wijn drinken, en u hebt de profeten geboden: Profeteer niet! (Amos 2:11,12)

Amos begint zijn boodschap met dreigementen over het oordeel over de naburige volken die zich tegen Gods volk hadden gekeerd. De luisteraars of lezers van die tijd waren blij dit te horen. De maat van de zonden van deze volken was vol en de profeet legt uit, waaruit hun specifieke schuld bestond. Hij somt de buurvolken na elkaar op, waarbij de aan de kaak gestelde overtreding voortdurend lijkt toe te nemen: de Syriërs hadden de inwoners van Gilead onderdrukt (Amos 1:3), de Filistijnen hadden grote aantallen Israëlitische gevangenen aan Edom uitgeleverd (Amos 1:6), terwijl de Tyriërs een verbondsbreuk aan dezelfde zonde toevoegden (Amos 1:9). De Edomieten vervolgden de Israëlieten wreed met het zwaard (Amos 1:11), de kinderen van Ammon hebben zelfs zwangere vrouwen open gereten uit zelfzuchtige motieven (Amos 1:13) en de Moabieten hadden het lef om in het openbaar de beenderen van een koning tot kalk te verbranden (Amos 2:1). Maar dat is niet het einde van het verhaal: het volk van God heeft zelf schuld! De profeet beschuldigt Juda (de twee stammen) ervan de wet van God verworpen te hebben (Amos 2:4). En Israël (de tien stammen) – tot wie hij voornamelijk spreekt – beschuldigt hij van een zevenvoudig falen en kondigt hij een zevenvoudig oordeel aan (Amos 2:6-12).

Waarom wegen de zonden van Gods volk zo zwaar? Omdat ze een speciale verantwoordelijkheid hebben. En deze wordt bepaald door hun voorrechten: Alleen Israël was het uitverkoren volk dat God uit Egypte en in het beloofde land bracht (Amos 2:10,11).

God had niet alleen voor het volk gewerkt, maar ook in het volk: Hij verwekte nazireeërs en profeten in hun midden. Profeten spraken van God tot het volk. Nazireeërs zonderden zich voor God af van het volk. God gebruikte de nazireeërs in hun toewijding ook als speciale instrumenten ten gunste van het volk. Denk aan de nazireeërs Simson en Samuël, die belangrijke krachten werden in de strijd tegen de Filistijnen. Nazireeërs moesten zich aan bepaalde regels houden, die we in Genesis 6 vinden. Tijdens hun inwijding mochten ze:

  • Geen sterke drank drinken of van de wijnstok drinken (Num. 6:3,4);
  • hun haar niet knippen (Num. 6:5) en
  • niet bij een dood lichaam komen (Num. 6:6).

Dit leven van toewijding was een doorn in het oog van de genotzuchtige tijdgenoten van Amos. Zij, die erg van alcohol hielden (vgl. Amos 4:1; 6:6), voelden zich beschuldigd door de toewijding van de Nazireeërs. Daarom probeerden zij deze te vernietigen door de Nazireeërs wijn te drinken te geven. Het is niet moeilijk om een parallel te trekken met de tegenwoordige tijd. Christenen die afstand doen van “aardse genoegens” – waar de wijn naar verwijst – omwille van de Heer, zijn niet bepaald welkom in onze op beleving gerichte tijd (vgl. 2 Tim. 3:4). Hebben wij ons misschien ook gestoord gevoeld door “Nazireeërs” in ons vaak rustige discipelschap? En proberen we hen dan van hun vastberadenheid af te brengen, zodat we de roep van ons geweten om meer toewijding van ons af kunnen schudden? We zouden dezelfde trieste fout maken als de Israëlieten. Het zou veel beter zijn om door “Nazireeërs” aangespoord te worden om onze eigen prioriteiten en gewoonten op de proef te stellen.

In die tijd wilde men noch de stille beschuldiging door het leven van de Nazireeërs, noch de luide beschuldiging door de woorden van de profeten. Dus werd het de profeten simpelweg verboden om te spreken (vgl. Amos 7:10-15). En als iemand ons vandaag de dag door het Woord overtuigt, ernstig berispt en vermaant – zijn we dan bereid om dat te accepteren (vgl. 2 Tim. 4:2,3)? Of wijzen we degenen af die ons opmerkzaam maken op bepaalde ongewenste ontwikkelingen? Als we dat doen, sluiten we uiteindelijk onze oren voor de stem van de Heer en maken we onszelf onbruikbaar en ongelukkig.

We hebben dus kort twee verzen van de profeet Amos in hun context bekeken en hopen, dat het voor sommigen een stimulans zal zijn om de andere 144 verzen van deze wakker makende boodschap te onderzoeken …

 

Gerrid Setzer; © www.bibelstudium.de

Online in het Duits sinds 26.05.2006.

Geplaatst in:
© Frisse Wateren, FW