20 jaar geleden

Een duidelijk motief (2)

David op het dak van zijn huis, man van God onder een eik en Elia onder de jeneverboom … wat kunnen we van hen leren?

Frisse Wateren

4. David op het dak van zijn huis (2 Samuël 11:2): Gemakzucht
5.
Man van God onder een eik (1 Koningen 13:14): Zelfvoldaanheid
6.
Elia onder de jeneverboom (1 Koningen 19:4): Moedeloosheid

Hoe eenvoudig kunnen we de valkuilen van deze geliefde heiligen van God, in de omstandigheden waarin zij waren, onderscheiden en het positieve resultaat ervan.

Maar zou het ook niet kunnen zijn dat onze harten aan het droevige feit voorbij gaan dat deze alarmerende motieven – hierboven genoemd – op ons een veel te grote invloed gehad hebben en ook ons op een dwaalspoor hebben gebracht? Wat zijn dit een geweldige vijanden, waartegen wij geen werkelijke bescherming hebben tenzij wij gewapend zijn “met de hele wapenrusting van God”. Als alleen al “het schild van het geloof” iets is gezakt zal satan zijn “brandende pijlen” gebruiken om de overhand te krijgen.

Als we al deze motieven rustig analyseren, zal iedereen zich tegen persoonlijke hoogmoed proberen te keren, dat het enige principe in de mens is dat reageren wil op het listige bedrog van de vijand, die zichzelf door hoogmoed ten val brengt. Maar het is goed dat deze dingen ons zo verbroken hebben, zodat we in staat zijn om de invloed van zulke werkingen in onze harten te onderscheiden en het meedogenloos oordelen.

4) Gemakzucht

David. Maar veronderstel dat we leren om wereldse ambities te weigeren, betekent dit dan aan de andere kant dat we onszelf moeten overgeven aan een gemakzuchtig bestaan? Zou het kunnen zijn dat zo’n gedachte als dit David beïnvloedde ten tijde “als de koningen uittrekken” Toen er geen noodzaak voor hemzelf was iets te behalen, vergat hij toen dat er nog veel voor God te behalen viel? Gemakzucht zal tot bepaalde zonde leiden. David, energiek, aanhankelijk man van God als hij was, vond zichzelf nu met niets doende maar “wandelde op het dak van het koningshuis”, maar Israël moest verder met de oorlog.

Zijn wij in die zo noodzakelijke oefening ten aanzien van de dingen van God? – niet neerzittend in zelfzuchtige voldaanheid, maar vrije tijd gebruikend in het voeden van onze zielen met de waarheid van het Woord van God, en doorgaand met het dragen van een consequent getuigenis ten aanzien van de Heer Jezus als goede soldaten van Hem? Wanneer wij gemakzucht in ons leven willen toelaten, heeft de wereld zijn duizenden attracties om onze natuurlijke zinnen op te winden, voor hetgeen – als we behoorlijk bezet waren – we juist geen tijd zouden hebben, noch genegenheid. Zou de eeuwige God van glorie ons niet genoeg kunnen schenken om onze tijd nuttig mee te vullen? Laten wij geen excuus bedenken voor ons falen Hem te dienen.

5) Zelfvoldaanheid

Man van God. Nog een ander gevaar presenteert zich juist aan hen die door Heer gebruiken wil in geloofsvolle dienst. De man van God in 1 Koningen 13 had de stem van de Heer gehoorzaamd in het dragen van een ernstig getuigenis tegen Jerobeam en zijn afgodisch altaar te Bethel, en gehoorzaam begon hij zijn terugreis langs een andere route. Waarom stopte hij en ging hij onder een eik zitten? Het was hier dat hij door de oude profeet werd misleid en in de strik viel waarvan het Woord van God hem tevoren ernstig had gewaarschuwd, en hij werd door een leeuw gedood. Wanneer de gruwel van het kwaad van Bethel de juiste indruk op hem had gemaakt, zoals het ernstige Woord van God getuigde, zou hij zeker geen moment getalmd hebben. Maar door zichzelf wat plezierig genoegen te gunnen na trouw het Woord van God gesproken te hebben, in plaats van het nog voelen van de kracht van dat Woord in zijn eigen ziel, was hij in een geschikte positie om misleid te worden.

Wat een waarschuwing! Wanneer we maar ook toegeven aan een klein beetje zelfvoldaanheid en we verleid kunnen worden, dan ga je ten onder. Hoe goed is het de woorden van de Heer Jezus ter harte te nemen: “Zo ook u, wanneer u alles hebt gedaan wat u is bevolen, zegt dan: Wij zijn nutteloze slaven; wat wij behoorden te doen, hebben wij gedaan” (Lukas 17:10).

6) Moedeloosheid

Elia. Elia illustreert een ander erg reëel gevaar in verbinding met de dienst van de Heer. Hier is een andere man van God die, na diepe oefeningen van de ziel, pal stond, alleen voor de levende God, vuur van de hemel gebracht had, de profeten van Baäl had vernietigd en wiens gebed regen bracht op het droge land. Maar onmiddellijk hierna wordt hij onder een jeneverboom gevonden, vluchtend voor Izébel, in volslagen moedeloosheid God vragende zijn leven weg te nemen. Doordat God zulke machtige werken van kracht toonde dacht hij natuurlijk dat Israël weer terug tot God gebracht zou worden, maar nu vond er zo’n morele en geestelijke uitwerking geen plaats. Hij voelde dat zijn krachtsinspanningen niet werden gewaardeerd: hij is veracht en alleen.

Heeft niet iedere trouwe dienaar van God dit in meer of mindere mate gevoeld? Maar kan moedeloosheid ooit goed zijn? Nooit! Het is God die de waarde van onze dienst voor Hem bepaalt, niet een mens. Als de dienst voor de Heer is gedaan, zullen de resultaten genoeg zijn voor Hem. Het is niet gemakkelijk voor ons dit in pure eenvoud van geloof op te brengen, maar we moeten ons herinneren dat we maar dienaars zijn, en dezelfde waarheid van God waarvoor Elia kon staan voor Achab, is werkelijk voldoende om Elia te steunen toen hij helemaal afgewezen en veracht werd. Laten wij onze ogen eenvoudig hebben gericht op onze heilige Heer, en moedeloosheid zal ons niet overweldigen. “Daarom, mijn geliefde broeders, weest standvastig, onbeweeglijk, altijd overvloedig in het werk van de Heer, daar u weet, dat uw arbeid niet vergeefs is in [de] Heer” (1 Korinthe 15:58).

door L.M. Grant

 

Geplaatst in:
© Frisse Wateren, FW