12 april 2023
Handelingen 14 vers 21-22:
21. En nadat zij aan die stad het Evangelie verkondigd hadden en veel discipelen gemaakt hadden, keerden zij terug naar Lystre, Ikonium en Antiochië,
22. en zij versterkten de zielen van de discipelen, spoorden hen aan in het geloof te blijven en zeiden dat wij door veel verdrukkingen in het Koninkrijk van God moeten ingaan.
Het woord “discipel” wordt nooit verder gebruikt dan het boek Handelingen! In de brieven zien we de volgelingen van Christus aangeduid als christenen, broeders, heiligen, gelovigen en de gemeente, maar nooit als discipelen in de brieven. Waarom?
Hier is nog iets dat opvalt; de grote opdracht wordt nooit herhaald in de brieven. Er is niet één aansporing om discipelen te maken, hoewel er een of twee geboden zijn om het evangelie te prediken (2 Tim. 4:1).
We zien Paulus wel terug in Handelingen 14 vers 21 waar hij discipelen maakt: “En nadat zij aan die stad het evangelie hadden verkondigd en vele discipelen hadden gemaakt, keerden zij terug naar Lystra, naar Iconium en naar Antiochië.” Maar Paulus instrueert, beveelt of spoort nooit iemand anders aan om discipelen te maken! Waarom niet?
Laten we eerst Handelingen 14 vers 21 nader bekijken, omdat dit de enige verwijzing in het hele Nieuwe Testament is die het feitelijke “maken van discipelen” vastlegt.
Hoe werden deze discipelen precies gemaakt? Paulus en Barnabas predikten het evangelie; velen werden onderwezen en werden discipelen of leerlingen. Het was een direct gevolg van de prediking van het Woord van God! Dit Woord voor prediking heeft de gedachte van onderwijs. Deze verkondiging had op verschillende manieren kunnen verlopen, zoals discussies, debatten en gesprekken met ongelovigen. Het is goed om in gedachten te houden, dat niet alle prediking en onderwijs vanaf een kansel worden gedaan!
Als we de brieven doorlezen, zien we dat het onderwijs keer op keer wordt benadrukt! Volgelingen van Christus moeten in het Woord van God onderwezen worden, zij moeten leerlingen zijn. Toen Paulus terugkeerde naar de steden waar hij had gepredikt en discipelen had gemaakt, stelde hij oudsten aan die het evangelie in het leven van de gelovigen zouden blijven onderwijzen en vormen.
De taak van een oudste is zo cruciaal in de plaatselijke gemeente. Als we lezen over de kwalificaties van een oudste leren we, dat hij in staat moet zijn om te onderwijzen (1 Tim. 3:2). Hij moet “vasthouden aan het naar de leer betrouwbare woord, opdat hij in staat is zowel met de gezonde leer te vermanen als de tegensprekers te weerleggen” (Titus 1:9).
Toen Paulus de gemeente in Efeze verliet, spoorde hij de oudsten aan door te zeggen: “Past op uzelf en op de hele kudde, waarin de Heilige Geest u als opzieners heeft gesteld, om de gemeente van God te hoeden, die Hij Zich heeft verworven door het bloed van Zijn eigen [Zoon]. Ik weet, dat na mijn vertrek wrede wolven bij u zullen binnenkomen, die de kudde niet sparen; en uit uzelf zullen mannen opstaan, die verdraaide dingen spreken om de discipelen achter zich af te trekken … En nu draag ik u op aan God en aan het woord van Zijn genade, die machtig is op te bouwen en het erfdeel te geven onder alle geheiligden” (Hand. 20:28-32). Deze waarschuwing is heel zeker van toepassing voor de gemeente van vandaag!
Moge de Heer de trekken van ware discipelen in ieder van ons opwekken, en moge Hij ook degenen in de plaatselijke gemeente opwekken om de kudde van God te onderwijzen en te helpen versterken!
Anchors For Life
Geplaatst in: Christendom, Gemeente
© Frisse Wateren, FW