“Voor het aangezicht van de HEERE, uw God, op de plaats die Hij zal uitkiezen om Zijn Naam daar te laten wonen, moet u de tienden van uw koren, van uw nieuwe wijn en van uw olie, en de eerstgeborenen van uw runderen en van uw kleinvee eten, om de HEERE, uw God, te leren vrezen, alle dagen.”
Het is nooit bij een trouwe Israëliet opgekomen om aan deze ordening van God te twijfelen, want welke plaats had er in de plaats van Jeruzalem kunnen komen? Alleen van Jeruzalem had God getuigd dat Zijn naam daar woonde, en ook voor de tienden, evenals voor het Pascha, had God deze duidelijke opdracht gegeven. Iedereen die zijn Heer liefhad, ging met vreugde naar deze heilige plaats. Een onverschillig persoon zou kunnen denken: Waarom zou ik zo ver gaan, waarom eet of vier ik het Pascha niet in een nabijgelegen stad of thuis?
Wie om zulke redenen van de uitverkoren plaats wegbleef, had geen gemeenschap met God en ook niet met zijn broeders, en bovendien onderging hij Gods oordeel omdat dit gedrag een gruwel voor God was. Er was maar één middelpunt en God had dat gekozen, niet de mens. Jerobeam koos een andere plaats voor aanbidding, maar wat een vreselijke zonde beging hij! Hij werd het trieste voorbeeld voor alle goddeloze koningen in Israël, want zijn zonde wordt steeds weer genoemd.
Hoe ernstig en leerzaam zijn zulke voorbeelden voor ons, want zelfs vandaag de dag is er maar één plaats waar de Heer Zijn naam laat wonen. Waar twee of drie, afgescheiden van alle menselijke instellingen waarmee de Heer zich niet kan verenigen, samenkomen tot Zijn naam alleen, daar is Hij in het midden, waar alle rechten aan de Heer worden gegeven en geen enkele aan de mens. Zo’n samenkomen naar Gods gedachten is vandaag de dag nog steeds mogelijk te midden van verval en versplintering. Laten we daarom, onderworpen aan het Woord, alleen naar deze plaats gaan en Zijn tegenwoordigheid gewaarworden!
© Der Herr ist nahe
Geplaatst in: Christendom, Overdenking bijbeltekst
© Frisse Wateren, FW