20 jaar geleden
Jonge mensen in de Bijbel (6)
DE TWEEDE MENS – DE OVERWINNAAR
VOORDRACHT 2C
Mattheüs 3:4; Lukas 2-4
Maar kijk nog eens naar Lukas 4. Het is geweldig! Satan trekt zich verslagen terug. De vorige keer zagen we dat de eerste mens uit Eden verdreven werd. Satan was de overwinnaar, degene die de zege behaalde en de mens was verslagen; maar hier vind ik een Mens die satan in afhankelijkheid van God op elk punt heeft verslagen. Ik lees: “En nadat de duivel alle verzoeking tot een einde had gebracht, week hij van Hem voor een tijd” (Lukas 4:13). Satan trok zich verslagen terug en hij wordt altijd verslagen wanneer wij de Schrift als het Woord van God aanhalen. Jonge mensen, bestudeer het; moge het kostbaar worden voor jullie zielen; maak het tot jullie raadgever, tot jullie vertrouwde begeleider. Boven alles laat het Woord je weten dat je door het geloof in de Heer Jezus gered bent en jullie dan leidt en helpt op jullie hele levensweg. We zullen verzoekingen tegenkomen. Ik denk niet dat de duivel zondaren verzoekt – deze beheerst hij en drijft hen voort tot het kwade. Hij verzoekt alleen Gods kinderen. Zijn eigen scharen volgen hem blindelings tot in het eeuwige verderf. Hij hoeft hen niet te verzoeken; zij zijn in zijn macht. Hij plaatst verzoekingen voor de mens die buiten zijn macht is. De mens die in zijn macht is laat hij met rust. Zolang Christus jou nog niet bevrijd heeft, ben je nog de slaaf van satan en sta je onder zijn invloed, want “hij verleidt het hele aardrijk” (Openbaring 12:9).
Let nu op hoe de Heere verder gaat. Nadat Hij de vijand overwonnen heeft gaat Hij de wereld in om mensen te bevrijden en Zijn weg is er een van goedheid en genade. Wonderen van genade openbaren Hem voortdurend als de Zoon van God, als de Christus (Gezalfde) van God.
Wanneer je bij het negende hoofdstuk van het evangelie van Lukas komt, zie je Hem naar de top van de berg gaan waar Hij voor drie van Zijn discipelen van gedaante wordt veranderd; terwijl de Vader van Hem opnieuw belijdt, en zegt: “Deze is Mijn geliefde Zoon, hoort Hem”. Hij had van deze berg van verheerlijking kunnen opvaren in de heerlijkheid, maar in plaats daarvan keert Hij terug en daalt omlaag om te sterven opdat anderen, verlost door Zijn dood, met Hem in de heerlijkheid waarop Hij als mens aanspraak had, verenigd zouden kunnen worden. Wanneer Hij naar beneden komt, drijft Hij nog eens boze geesten uit; een van Zijn discipelen – Johannes – komt en zegt tegen Hem: “Wij zagen iemand die in Uw Naam boze geesten uitwierp” (zo’n macht ging van Zijn Naam uit), “en wij hebben het hem verboden, omdat hij [U] niet met ons volgt. En Jezus zei tot hem: Verbiedt het niet, want wie niet tegen u is, is voor u” (Lukas 9:49, 50).
Goed, zeg je, ik denk dat ik ook voor Hem ben. Stop. Op dat ogenblik claimt Hij alles voor Zich wat niet tegen Hem is! Als je hoofdstuk 11 leest wordt de hele zaak omgekeerd. Daar beginnen Zijn tegenstanders te zeggen: “Hij werpt de boze geesten uit door Beëlzebul, de overste van de boze geesten” (Lukas 11:15). Zijn antwoord is opvallend: “Wanneer de sterke gewapend zijn hof bewaart, zijn zijn goederen in veiligheid. Maar als iemand komt die sterker is dan hij en hem overwint, neemt die zijn hele wapenrusting waarop hij vertrouwde, en verdeelt zijn buit. Wie niet met Mij is, is tegen Mij; en wie niet met Mij verzamelt, verstrooit” (Lukas 11:21-23). Je ziet waar het op aan komt. Wanneer je niet volledig voor Hem bent, ben je tegen Hem. Zo ziet Christus je. Maar wie is de sterke? Ik heb er geen twijfel over dat het de duivel is: de sterke is de satan. Hij is te sterk voor jou en te sterk voor mij, voor ieder mens. En hoe is hij gewapend? Ik zal het je vertellen. Hij is gewapend met wat jou zal overwinnen en met wat jouw geweten zal sussen. Hij zegt tegen een jong mens: “Waar is dat nu goed voor om te denken aan je ziel? Je zult er nog tijd genoeg voor hebben als je oud bent”.
Stop! Wie bepaalt jouw levensduur, wie geeft jou de verzekering dat je de volgende morgen nog zult zien? Dat je nog niet in de eeuwigheid opgeroepen zult zijn? Vanavond nog hoorde ik van een dokter die afgelopen donderdag op bezoek ging bij een patiënt. De vrouw maakte er hem opmerkzaam op dat hij er ziek uitzag. “Dat stelt niet zoveel voor”, zei hij en beloofde de volgende dag weer te komen kijken. De volgende morgen keek ze naar hem uit maar hij kwam niet; wat was de oorzaak? Hij was gestorven. Hij had zijn vinger vergiftigd tijdens het verbinden van een etterende wond van een patient; een schram op zijn eigen vinger was met het gif in aanraking gekomen en geïnfecteerd; binnen vierentwintig uur stierf hij. Wanneer jij binnen vierentwintig uur zou moeten sterven, waar zou jij de eeuwigheid doorbrengen? Het zou voor jou het beste zijn dat je de Heere Jezus Christus als je Heiland kende. Er is iemand sterker dan jou die je vasthoudt maar er is een nog sterkere – de Heere Jezus. De wereld is satan’s hof en zondaren zijn zijn goederen (Lukas 11:21); maar er is een Bevrijder – een wonderbare Redder. En hoe werd Hij een Redder? Door af te dalen uit de hemel en voor mensen te sterven. De vraag: “Zou ook een machtige de vangst ontnomen worden, of zouden de gevangenen van een rechtvaardige ontkomen?”, vindt haar antwoord in Christus en Zijn werk. “Doch alzo zegt de HEERE; Ja, de gevangenen van de machtige zullen hem ontnomen worden, en de vangst van de tiran zal ontkomen” (Jesaja 49:24,25). Christus als overwinnaar van de machtige is de bevrijder van de gebonden zondaar.
Tot deze Sterkere moet jij je wenden. Wanneer je Hem niet ontmoet in de tijd van de genade zul je Hem moeten ontmoeten in de dag van het oordeel.
Eens stond Hij voor een menselijke rechtbank en werd door de mens verworpen. Op de dag toen zijn vijanden Zijn bloed eisten, zei Pilatus: “Zie de mens!”; en het eind van het verhaal ken je, hoe ze Hem met doornen kroonden en Hem tussen twee rovers in aan het kruis nagelden. Op dat ogenblik wendde zich een van de stervende rovers tot de andere en zei: “Vreest gij ook God niet, daar gij onder hetzelfde oordeel zijt? En wij toch terecht; want wij ontvangen wat onze daden waard zijn; maar deze heeft niets onbehoorlijks gedaan” (Lukas 23:40,41). Let op deze woorden “deze heeft niets onbehoorlijks gedaan”.
Ik heb het over de dood van een mens die niets onbehoorlijks deed. Ik meen dat ik die arme rover tegen zijn buurman hoor zeggen: “Jij en ik hebben nooit iets goeds gedaan en hier is een mens die nooit iets verkeerds heeft gedaan; ik ga mijn vertrouwen op deze Mens stellen”. Zijn geloof uitte zich in het gebed: “Heer, gedenk mij, wanneer Gij in Uw koninkrijk komt”. Op deze roep van het geloof antwoordde Jezus: “Heden zult gij met Mij in het paradijs zijn”. We zagen de vorige keer een dief vanwege de zonde uit het paradijs van de mens verdreven; en nu zie ik op grond van verlossing een dief met de Heiland Gods paradijs ingaan. Gezegend nieuws is dat voor jou en mij.
Zo stierf dan de Heere Jezus en na drie dagen liet God Hem opstaan. Ik weet dat ze wachten zetten rondom het graf en verzegelden het op de koop toe. Wat verzegelde dat graf? Angst! Wie zetten wachten rondom het graf? Bangerikken! Denk alleen daar eens over na dat een dood mens bewaakt wordt. Het was het verlangen van de wereld om Hem in het graf te houden; maar zij konden het niet. Ik geloof zeker dat Christus opstond voordat de steen was weggerold; maar de steen werd weggerold om jou en mij naar binnen te laten kijken om de bewijzen te laten zien van de overwinning van de opgestane en zegenrijke Heiland. Dat is de heerlijke vrucht van het kruis. Je ziet dat het loon van de zonde de dood is. De dood was het bewijs van satan’s overwinning over de eerste mens. Christus is in de dood afgedaald vanwege de heerlijkheid van God en de redding van de mens, en om de macht van satan teniet te doen. Ik twijfel er niet aan dat satan dacht dat hij een groot succes had geboekt toen de wereld Christus’ dood betuigde, maar het was de grootste dwaasheid die hij ooit beging. Christus is in de dood gegaan en deed het te niet. Hij is het bolwerk van satan binnengegaan en heeft het afgebroken. Hij heeft ook de zonde weggedaan. Hij heeft de aanspraken van God in gerechtigheid vervuld. Hij heeft de dood te niet gedaan en versloeg satan. Hij heeft het werk volbracht dat jou het rechtvaardige recht geeft, daar te komen waar Hij nu is. Hij werd niet verslagen door de dood. Nee, nee! Zijn schijnbare nederlaag was Zijn meest glorieuze overwinning. Zoals het kleine lied het zo liefelijk uitdrukt:
Door zwakheid en nederlaag
verwon Hij loon en kroon;
vertrad al onze vijanden onder Zijn voet,
doordat hijzelf vertreden werd.
Hij wierp de hel in de hel;
tot zonde gemaakt, ontnam Hij de zonde haar macht,
daalde af in het graf, en verstoorde het zo;
en doodde de dood doordat Hij stierf.
Door de dood deed Hij de macht van satan teniet. Hij stond op uit de dood en wat is het gevolg? God roept de mensen overal op tot berouw omdat: “Hij een dag bepaald heeft, waarop Hij het aardrijk in gerechtigheid zal oordelen door een Man Die Hij [daartoe] bestemd heeft, waarvan Hij aan allen zekerheid heeft gegeven door Hem uit de doden op te wekken” (Handelingen 17:31).
Jezus is nu verheerlijkt aan Gods rechterhand. Het is door het geloof dat we Hem daar nu zien als de triomferende overwinnaar. Zijn verheerlijking is het getuigenis van Gods kant van Zijn welbehagen in Hem en van Zijn volkomen bevrediging door het werk dat Hij in Zijn sterven volbracht. Hij is met eer gekroond als antwoord op Zijn smart, lijden en dood. “Hem heeft God door Zijn rechterhand verhoogd tot een Overste Leidsman en Heiland om … bekering en vergeving van zonden te geven” (Handelingen 5:31). Deze gaven van genade schenkt de glorieuze Overwinnaar in gerechtigheid aan mensen die satan overwon. Wie van jullie hebben dit al ontvangen?
Denk er om dat je Jezus ontmoeten zult. Nu kun je Hem door het geloof zien. Jij en ik zullen Hem weldra ontmoeten want er wordt tegen ons gezegd: “Elk oog zal Hem zien”. Elk oog – jouw oog, mijn oog zal Hem zien. Wil je Hem niet leren kennen? Wanneer je tot nu toe de Heere niet toebehoorde, ontvang Hem vanavond! Beslis vandaag nog voor de Heere. “… Wie niet met Mij is, is tegen Mij” en degenen die niet voor Hem zijn, zijn nog aan de kant van de overste van deze wereld. Verlies geen tijd! Jij bent een zondaar, een kind van Adam, ter dood veroordeeld – een geruïneerd, zondig, gevallen mens met de dood, het graf en het eeuwig oordeel vlak voor je neus. Maar er is Eén in de wereld gekomen die mens werd opdat Hij sterven kon. Jij en ik sterven omdat wij mensen zijn, maar Hij werd mens opdat Hij sterven kon en is nu opgestaan en heeft Zich aan de rechterhand van God gezet en zegt: “Komt tot Mij, allen die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven”. Kijk omhoog en zie de opgevaren, zegenrijke Verlosser. Kijk omhoog en zie die Ene die met de vijand gestreden en hem verslagen heeft. Kijk omhoog en vertrouw de Ene, de Redder Die zit aan Gods rechterhand. Wil je Hem niet van nu af aan geloven, jij met schuld beladen ziel?
Mijn vrienden, denken jullie dat het een armzalige zaak is voor een jong mens om een radicaal christen te zijn? Er is voor jonge mensen niets wat groter, heerlijker, magnifieker is dan om aan de kant van de Heere te staan, en ik dank God vanuit de grond van mijn hart dat ik mij bekeerd heb toen ik jong was, zodat ik de afgelopen drieëndertig jaar besteed heb aan de belangen van mijn Redder in plaats van in dienst van de duivel. Wanneer je nog niet beslist hebt de kant van de Heere te kiezen – bid ik je nu tot Hem te komen. God zegene je en redde je vandaag.
Wordt vervolgd D.V.
Geplaatst in: Commentaren & personen
© Frisse Wateren, FW
Jonge mensen in de Bijbel (6)
DE TWEEDE MENS – DE OVERWINNAAR
VOORDRACHT 2C
Mattheüs 3:4; Lukas 2-4
Maar kijk nog eens naar Lukas 4. Het is geweldig! Satan trekt zich verslagen terug. De vorige keer zagen we dat de eerste mens uit Eden verdreven werd. Satan was de overwinnaar, degene die de zege behaalde en de mens was verslagen; maar hier vind ik een Mens die satan in afhankelijkheid van God op elk punt heeft verslagen. Ik lees: “En nadat de duivel alle verzoeking tot een einde had gebracht, week hij van Hem voor een tijd” (Lukas 4:13). Satan trok zich verslagen terug en hij wordt altijd verslagen wanneer wij de Schrift als het Woord van God aanhalen. Jonge mensen, bestudeer het; moge het kostbaar worden voor jullie zielen; maak het tot jullie raadgever, tot jullie vertrouwde begeleider. Boven alles laat het Woord je weten dat je door het geloof in de Heer Jezus gered bent en jullie dan leidt en helpt op jullie hele levensweg. We zullen verzoekingen tegenkomen. Ik denk niet dat de duivel zondaren verzoekt – deze beheerst hij en drijft hen voort tot het kwade. Hij verzoekt alleen Gods kinderen. Zijn eigen scharen volgen hem blindelings tot in het eeuwige verderf. Hij hoeft hen niet te verzoeken; zij zijn in zijn macht. Hij plaatst verzoekingen voor de mens die buiten zijn macht is. De mens die in zijn macht is laat hij met rust. Zolang Christus jou nog niet bevrijd heeft, ben je nog de slaaf van satan en sta je onder zijn invloed, want “hij verleidt het hele aardrijk” (Openbaring 12:9).
Let nu op hoe de Heere verder gaat. Nadat Hij de vijand overwonnen heeft gaat Hij de wereld in om mensen te bevrijden en Zijn weg is er een van goedheid en genade. Wonderen van genade openbaren Hem voortdurend als de Zoon van God, als de Christus (Gezalfde) van God.
Wanneer je bij het negende hoofdstuk van het evangelie van Lukas komt, zie je Hem naar de top van de berg gaan waar Hij voor drie van Zijn discipelen van gedaante wordt veranderd; terwijl de Vader van Hem opnieuw belijdt, en zegt: “Deze is Mijn geliefde Zoon, hoort Hem”. Hij had van deze berg van verheerlijking kunnen opvaren in de heerlijkheid, maar in plaats daarvan keert Hij terug en daalt omlaag om te sterven opdat anderen, verlost door Zijn dood, met Hem in de heerlijkheid waarop Hij als mens aanspraak had, verenigd zouden kunnen worden. Wanneer Hij naar beneden komt, drijft Hij nog eens boze geesten uit; een van Zijn discipelen – Johannes – komt en zegt tegen Hem: “Wij zagen iemand die in Uw Naam boze geesten uitwierp” (zo’n macht ging van Zijn Naam uit), “en wij hebben het hem verboden, omdat hij [U] niet met ons volgt. En Jezus zei tot hem: Verbiedt het niet, want wie niet tegen u is, is voor u” (Lukas 9:49, 50).
Goed, zeg je, ik denk dat ik ook voor Hem ben. Stop. Op dat ogenblik claimt Hij alles voor Zich wat niet tegen Hem is! Als je hoofdstuk 11 leest wordt de hele zaak omgekeerd. Daar beginnen Zijn tegenstanders te zeggen: “Hij werpt de boze geesten uit door Beëlzebul, de overste van de boze geesten” (Lukas 11:15). Zijn antwoord is opvallend: “Wanneer de sterke gewapend zijn hof bewaart, zijn zijn goederen in veiligheid. Maar als iemand komt die sterker is dan hij en hem overwint, neemt die zijn hele wapenrusting waarop hij vertrouwde, en verdeelt zijn buit. Wie niet met Mij is, is tegen Mij; en wie niet met Mij verzamelt, verstrooit” (Lukas 11:21-23). Je ziet waar het op aan komt. Wanneer je niet volledig voor Hem bent, ben je tegen Hem. Zo ziet Christus je. Maar wie is de sterke? Ik heb er geen twijfel over dat het de duivel is: de sterke is de satan. Hij is te sterk voor jou en te sterk voor mij, voor ieder mens. En hoe is hij gewapend? Ik zal het je vertellen. Hij is gewapend met wat jou zal overwinnen en met wat jouw geweten zal sussen. Hij zegt tegen een jong mens: “Waar is dat nu goed voor om te denken aan je ziel? Je zult er nog tijd genoeg voor hebben als je oud bent”.
Stop! Wie bepaalt jouw levensduur, wie geeft jou de verzekering dat je de volgende morgen nog zult zien? Dat je nog niet in de eeuwigheid opgeroepen zult zijn? Vanavond nog hoorde ik van een dokter die afgelopen donderdag op bezoek ging bij een patiënt. De vrouw maakte er hem opmerkzaam op dat hij er ziek uitzag. “Dat stelt niet zoveel voor”, zei hij en beloofde de volgende dag weer te komen kijken. De volgende morgen keek ze naar hem uit maar hij kwam niet; wat was de oorzaak? Hij was gestorven. Hij had zijn vinger vergiftigd tijdens het verbinden van een etterende wond van een patient; een schram op zijn eigen vinger was met het gif in aanraking gekomen en geïnfecteerd; binnen vierentwintig uur stierf hij. Wanneer jij binnen vierentwintig uur zou moeten sterven, waar zou jij de eeuwigheid doorbrengen? Het zou voor jou het beste zijn dat je de Heere Jezus Christus als je Heiland kende. Er is iemand sterker dan jou die je vasthoudt maar er is een nog sterkere – de Heere Jezus. De wereld is satan’s hof en zondaren zijn zijn goederen (Lukas 11:21); maar er is een Bevrijder – een wonderbare Redder. En hoe werd Hij een Redder? Door af te dalen uit de hemel en voor mensen te sterven. De vraag: “Zou ook een machtige de vangst ontnomen worden, of zouden de gevangenen van een rechtvaardige ontkomen?”, vindt haar antwoord in Christus en Zijn werk. “Doch alzo zegt de HEERE; Ja, de gevangenen van de machtige zullen hem ontnomen worden, en de vangst van de tiran zal ontkomen” (Jesaja 49:24,25). Christus als overwinnaar van de machtige is de bevrijder van de gebonden zondaar.
Tot deze Sterkere moet jij je wenden. Wanneer je Hem niet ontmoet in de tijd van de genade zul je Hem moeten ontmoeten in de dag van het oordeel.
Eens stond Hij voor een menselijke rechtbank en werd door de mens verworpen. Op de dag toen zijn vijanden Zijn bloed eisten, zei Pilatus: “Zie de mens!”; en het eind van het verhaal ken je, hoe ze Hem met doornen kroonden en Hem tussen twee rovers in aan het kruis nagelden. Op dat ogenblik wendde zich een van de stervende rovers tot de andere en zei: “Vreest gij ook God niet, daar gij onder hetzelfde oordeel zijt? En wij toch terecht; want wij ontvangen wat onze daden waard zijn; maar deze heeft niets onbehoorlijks gedaan” (Lukas 23:40,41). Let op deze woorden “deze heeft niets onbehoorlijks gedaan”.
Ik heb het over de dood van een mens die niets onbehoorlijks deed. Ik meen dat ik die arme rover tegen zijn buurman hoor zeggen: “Jij en ik hebben nooit iets goeds gedaan en hier is een mens die nooit iets verkeerds heeft gedaan; ik ga mijn vertrouwen op deze Mens stellen”. Zijn geloof uitte zich in het gebed: “Heer, gedenk mij, wanneer Gij in Uw koninkrijk komt”. Op deze roep van het geloof antwoordde Jezus: “Heden zult gij met Mij in het paradijs zijn”. We zagen de vorige keer een dief vanwege de zonde uit het paradijs van de mens verdreven; en nu zie ik op grond van verlossing een dief met de Heiland Gods paradijs ingaan. Gezegend nieuws is dat voor jou en mij.
Zo stierf dan de Heere Jezus en na drie dagen liet God Hem opstaan. Ik weet dat ze wachten zetten rondom het graf en verzegelden het op de koop toe. Wat verzegelde dat graf? Angst! Wie zetten wachten rondom het graf? Bangerikken! Denk alleen daar eens over na dat een dood mens bewaakt wordt. Het was het verlangen van de wereld om Hem in het graf te houden; maar zij konden het niet. Ik geloof zeker dat Christus opstond voordat de steen was weggerold; maar de steen werd weggerold om jou en mij naar binnen te laten kijken om de bewijzen te laten zien van de overwinning van de opgestane en zegenrijke Heiland. Dat is de heerlijke vrucht van het kruis. Je ziet dat het loon van de zonde de dood is. De dood was het bewijs van satan’s overwinning over de eerste mens. Christus is in de dood afgedaald vanwege de heerlijkheid van God en de redding van de mens, en om de macht van satan teniet te doen. Ik twijfel er niet aan dat satan dacht dat hij een groot succes had geboekt toen de wereld Christus’ dood betuigde, maar het was de grootste dwaasheid die hij ooit beging. Christus is in de dood gegaan en deed het te niet. Hij is het bolwerk van satan binnengegaan en heeft het afgebroken. Hij heeft ook de zonde weggedaan. Hij heeft de aanspraken van God in gerechtigheid vervuld. Hij heeft de dood te niet gedaan en versloeg satan. Hij heeft het werk volbracht dat jou het rechtvaardige recht geeft, daar te komen waar Hij nu is. Hij werd niet verslagen door de dood. Nee, nee! Zijn schijnbare nederlaag was Zijn meest glorieuze overwinning. Zoals het kleine lied het zo liefelijk uitdrukt:
Door zwakheid en nederlaag
verwon Hij loon en kroon;
vertrad al onze vijanden onder Zijn voet,
doordat hijzelf vertreden werd.
Hij wierp de hel in de hel;
tot zonde gemaakt, ontnam Hij de zonde haar macht,
daalde af in het graf, en verstoorde het zo;
en doodde de dood doordat Hij stierf.
Door de dood deed Hij de macht van satan teniet. Hij stond op uit de dood en wat is het gevolg? God roept de mensen overal op tot berouw omdat: “Hij een dag bepaald heeft, waarop Hij het aardrijk in gerechtigheid zal oordelen door een Man Die Hij [daartoe] bestemd heeft, waarvan Hij aan allen zekerheid heeft gegeven door Hem uit de doden op te wekken” (Handelingen 17:31).
Jezus is nu verheerlijkt aan Gods rechterhand. Het is door het geloof dat we Hem daar nu zien als de triomferende overwinnaar. Zijn verheerlijking is het getuigenis van Gods kant van Zijn welbehagen in Hem en van Zijn volkomen bevrediging door het werk dat Hij in Zijn sterven volbracht. Hij is met eer gekroond als antwoord op Zijn smart, lijden en dood. “Hem heeft God door Zijn rechterhand verhoogd tot een Overste Leidsman en Heiland om … bekering en vergeving van zonden te geven” (Handelingen 5:31). Deze gaven van genade schenkt de glorieuze Overwinnaar in gerechtigheid aan mensen die satan overwon. Wie van jullie hebben dit al ontvangen?
Denk er om dat je Jezus ontmoeten zult. Nu kun je Hem door het geloof zien. Jij en ik zullen Hem weldra ontmoeten want er wordt tegen ons gezegd: “Elk oog zal Hem zien”. Elk oog – jouw oog, mijn oog zal Hem zien. Wil je Hem niet leren kennen? Wanneer je tot nu toe de Heere niet toebehoorde, ontvang Hem vanavond! Beslis vandaag nog voor de Heere. “… Wie niet met Mij is, is tegen Mij” en degenen die niet voor Hem zijn, zijn nog aan de kant van de overste van deze wereld. Verlies geen tijd! Jij bent een zondaar, een kind van Adam, ter dood veroordeeld – een geruïneerd, zondig, gevallen mens met de dood, het graf en het eeuwig oordeel vlak voor je neus. Maar er is Eén in de wereld gekomen die mens werd opdat Hij sterven kon. Jij en ik sterven omdat wij mensen zijn, maar Hij werd mens opdat Hij sterven kon en is nu opgestaan en heeft Zich aan de rechterhand van God gezet en zegt: “Komt tot Mij, allen die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven”. Kijk omhoog en zie de opgevaren, zegenrijke Verlosser. Kijk omhoog en zie die Ene die met de vijand gestreden en hem verslagen heeft. Kijk omhoog en vertrouw de Ene, de Redder Die zit aan Gods rechterhand. Wil je Hem niet van nu af aan geloven, jij met schuld beladen ziel?
Mijn vrienden, denken jullie dat het een armzalige zaak is voor een jong mens om een radicaal christen te zijn? Er is voor jonge mensen niets wat groter, heerlijker, magnifieker is dan om aan de kant van de Heere te staan, en ik dank God vanuit de grond van mijn hart dat ik mij bekeerd heb toen ik jong was, zodat ik de afgelopen drieëndertig jaar besteed heb aan de belangen van mijn Redder in plaats van in dienst van de duivel. Wanneer je nog niet beslist hebt de kant van de Heere te kiezen – bid ik je nu tot Hem te komen. God zegene je en redde je vandaag.
Wordt vervolgd D.V.
Geplaatst in: Commentaren & personen
© Frisse Wateren, FW