“[Het] geloof nu is [de] zekerheid1 van de dingen die men hoopt” (Hebr. 11:1).
De noodzaak van geloof
Kijkend naar de geschiedenis van Stéfanus en de eerste gemeenten leidt ons dat tot een ander geweldig feit: het christendom plaatst ons op een weg, dat te allen tijde de uitoefening van geloof vereist. Hier bevindt zich het christendom in direct contrast met het Jodendom. Het joodse systeem is bewust geïntroduceerd als een nationale en aardse orde. Alles in dit systeem – de tempel met de kostbare stenen, de priesters met hun prachtige gewaden, de zangers met hun instrumenten, de altaren met hun offers – allemaal spraken ze de zintuigen en gevoelens aan. Zijn wetten en voorschriften regelden elk detail van het natuurlijke leven, maar het zweeg over de hemel, het toekomstige leven en de onzichtbare dingen. Het lijdt geen twijfel, dat er grote geloofsmannen in dit systeem waren, maar het systeem zelf vereiste eerder gehoorzaamheid van de natuurlijke persoon dan geloof van een wedergeborene. Hoewel het in het christendom ons leven hier ook onvermijdelijk beïnvloedt, worden we onmiddellijk in verbinding met de hemel en het onzichtbare gebracht, en vooral met Goddelijke personen, de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Geloof is hier onmiddellijk nodig, want alleen door geloof kunnen we de Vader herkennen, Jezus met heerlijkheid en eer gekroond zien, of de aanwezigheid van de Heilige Geest op aarde waarderen en ervaren.
Wanneer we echter vandaag het christendom bekijken, worden we ons onmiddellijk bewust van het ernstige feit dat het is teruggekeerd naar Joodse ordeningen. Het wordt gekenmerkt door alles wat een beroep doet op het gevoel en de zintuigen en door heel weinig wat de beoefening van geloof vereist. Als gevolg hiervan zijn de belangrijkste onderscheidende kenmerken van het christendom volledig verloren gegaan. Christus in heerlijkheid als de Opgestane en het verheven Hoofd van de gemeente is verdreven door, door mensen aangestelde hoofden, en de aanwezigheid van de Heilige Geest op aarde wordt bijna volledig genegeerd.
Wanneer echter Christus in heerlijkheid en de Heilige Geest op aarde genegeerd worden, zal dit onvermijdelijk tot verlies van enig begrip van het grote geheimenis – Christus en de gemeente – en de hemelse roeping en het raadsbesluit van God voeren, met als resultaat, dat zelfs ware Christenen niet verder komen dan het verkondigen van het evangelie om de menselijke nood tegemoet te komen, terwijl de overgrote meerderheid van louter belijders de weg voor de grote afval vrijmaakt.
Hamilton Smith; © www.bibelstudium.de
Online in het Duits 27.05.2010.
Geplaatst in: Christendom
© Frisse Wateren, FW