3 jaar geleden

De twee unieke kenmerken van het christendom (4)

Schriftgedeelte: Handelingen 7 vers 55-56.

Haar betekenis voor het individu

Christus is de Zoon des Mensen in de heerlijkheid en de Heilige Geest – een goddelijke Persoon – is op de aarde.

De uitwerking van deze twee grote feiten op de individuele gelovigen wordt in het verhaal van Stéfanus indrukwekkend voorgesteld. Deze nederige dienstknecht is een karakteristieke gelovige van het christelijke tijdperk en toont de morele kenmerken die de hele gemeente tijdens de afwezigheid van Christus zou moeten kenmerken.

De laatste verzen in Handelingen 7 laten een persoon op aarde zien, waarin een goddelijke Persoon woont – de Heilige Geest – en die al zijn bronnen in een Persoon in de heerlijkheid heeft. We lezen: “Hij echter, vol van [de] Heilige Geest, staarde naar de hemel en zag [de] heerlijkheid van God, en Jezus, staande aan Gods rechterhand” (vs. 55). Heerlijke resultaten zijn het gevolg:

  1. Hij keek omhoog. Een mens op aarde, vervuld van de Heilige Geest, ziet omhoog! Zo iemand is niet onverschillig voor wat er in of om hem heen is, maar het is niet kenmerkend voor hem om naar zichzelf of om zich heen te zien. Naar binnen kijken maakt je depressief, om je heen kijken verwart, maar omhoog kijken betekent, dat je niemand ziet dan Jezus alleen;
  2. Hij staarde omhoog. Hij richtte zijn blik op een andere plaats en wilde niet afgeleid worden door het kwaad in deze wereld, noch wilde hij opgehouden worden door hun verleidingen;
  3. Hij staarde naar de hemel. De mens vervuld met de Heilige Geest is verbonden met de hemel, terwijl de voeten over de aarde gaan. Zo iemand is zich ervan bewust, dat hij een deelgenoot is van de hemelse roeping. Voor zover we ons aan de leiding van de Heilige Geest toevertrouwen, zullen we kennis maken met de hemelse roeping, zoals toentertijd Rebekka, die haar toestemming gaf om met de knecht mee te gaan en vervolgens uit het land van haar vader te worden geleid, om deel uit te maken van het leven van Izak in een nieuw land (Gen. 24). De kerk heeft de aanwezigheid van de Heilige Geest genegeerd en heeft zich daardoor op aarde gevestigd, waar ze haar geweten geruststelt door zich heel ijverig voor het welzijn van de mens in te zetten.
  4. Bij het omhoog zien naar de hemel ziet Stéfanus de heerlijkheid van God. Alles in deze wereld spreekt van de heerlijkheid van de mens. Maar de mens vervuld met de Heilige Geest houdt zich niet langer bezig met de vergankelijke heerlijkheid van de sterfelijke mens, maar kijkt naar een toneel, waar alles en iedereen spreekt van de heerlijkheid van God. “… maar in Zijn tempel zegt eenieder: Hem zij de eer!” (Ps. 29:9);
  5. Hij ziet niet alleen heerlijkheid, maar hij ziet de heerlijkheid van God en Jezus. Hij ziet een Mens in de heerlijkheid. Op de helderste plaats in het universum, waar God in al zijn oneindige volmaaktheid volkomen wordt geopenbaard, ziet hij een Mens. Alle andere mensen bereiken niet de heerlijkheid van God, maar uiteindelijk was er één Mens – de Persoon van Christus Jezus – die beantwoord aan de heerlijkheid, die de heerlijkheid in stand hield en de heerlijkheid binnenging. Het hoofdstuk begint met de God van heerlijkheid, die aan een mens op aarde verscheen en eindigt met een Mens, die in de heerlijkheid van God in de hemel verschijnt;
  6. De Mens, die hij in de hemel ziet – Jezus – staat aan de rechterhand van God. Er is niet slechts één persoon in de heerlijkheid, maar deze Mens is op de plaats van de hoogste macht en eer geplaatst. Hij, die in zwakheid in de wereld kwam en er doorheen trok als een arme man, die in zwakheid werd gekruisigd toen Hij haar verliet, bezit nu de plaats van hoogste macht en heerlijkheid in de hemel;
  7. Tenslotte kan Stefanus zeggen: “Zie, ik zie de hemelen geopend.” Een hemels tafereel ontvouwde zich voor zijn ogen waarin hij de heerlijkheid van God ziet. In de heerlijkheid ziet hij een Mens – de Mens Christus Jezus, en hij ziet deze Mens in de plaats van de hoogste macht. Maar hij ziet nog meer; hij ziet, dat de hemel geopend is, zodat al deze heerlijkheid en macht van de Mens in de hemel voor de mensen op aarde beschikbaar is. De Heer Jezus is weliswaar teruggekeerd naar de hemel om een ​​plaats van de hoogste macht in te nemen, maar Hij heeft de hemel achter Zich open gelaten, zodat alle liefde en macht en genade van de Mens in de hemel op mensen op aarde stromen kan.

Het resultaat van dit zevenvoudige visioen, als we het zo mogen noemen, wordt in de slotscène van Stéfanus aardse leven heel mooi gepresenteerd. Hij is een mens op aarde die door de Heilige Geest geleid wordt en heeft daarom al zijn bronnen in Christus in de heerlijkheid. Zo zien we in Stéfanus een prachtig voorbeeld van een mens op aarde, die in de meest verschrikkelijke omstandigheden de bijstand van de Mens in de hemel ervaart. Verder zien we, dat net zoals de Mens in de heerlijkheid de mens op aarde ondersteunt, de mens op aarde de Mens in de hemel vertegenwoordigt. Stéfanus is verheven boven elke gedachte aan zichzelf en wordt zo een stralende getuige van de natuur van Christus in de hemel. Net als zijn Meester bidt hij voor zijn vijanden, geeft zijn geest over aan de Heer en voert de lange rij martelaren aan, doordat hij zijn getuigenis met zijn bloed verzegelt.

In Stéfanus kunnen we ook de praktische resultaten zien, die naar voren komen wanneer een gelovige op aarde wordt geleid door de Heilige Geest en zijn bronnen in Christus in de hemel heeft. En wat zo mooi in Stéfanus wordt voorgesteld, is ook vandaag nog de gedachte van God voor Zijn volk. En als we bedenken, dat Christus in de heerlijkheid en de Heilige Geest nog steeds op aarde is, is het nog steeds mogelijk om met deze gedachten van God overeen te stemmen.

 

Hamilton Smith; www.bibelstudium.de

Online in het Duits sinds 20.05.2010.

Geplaatst in:
© Frisse Wateren, FW