“Dit nu zei Hij van de Geest, die zij die in Hem geloven, zouden ontvangen” (Joh. 7:39).
Inleiding
In de tijdsperiode van het christendom zijn er twee opvallende feiten, die de grondslag vormen waarop het nieuwe van het christendom ingevoerd wordt en waardoor de waarheid van het christendom wordt gehandhaafd. Deze twee onderscheidende kenmerken worden profetisch aangekondigd in Johannes 7 vers 39. Op de laatste grote dag van het feest – de dag die vooruit kijkt naar de nieuwe wereld, waar aan elk verlangen wordt voldaan – nodigt de Heer de hele wereld uit om tot Hem te komen en te drinken. Hij spreekt ook over het gevolg voor degene die komen zou. Zo iemand zou een stroom van verfrissing worden in deze noodlijdende wereld.
Vervolgens wordt ons duidelijk gemaakt, dat de Heer spreekt over de Heilige Geest, die degenen die in Hem geloven, zouden ontvangen. Het waren ware gelovigen die de Heer vergezelden op Zijn weg over de aarde, maar ze hadden de Heilige Geest nog niet ontvangen. Vervolgens wordt ons verteld dat de gave van de Heilige Geest de verheerlijking van Christus afwacht, omdat we lezen: “Want [de] Geest was [er] nog niet, omdat Jezus nog niet was verheerlijkt.” Hier hebben dus we de twee belangrijkste unieke kenmerken van het christendom:
- We hebben een Mens in de heerlijkheid;
- We hebben een goddelijk Persoon op aarde.
Christus is als Zoon des Mensen in de heerlijkheid en de Heilige Geest – een goddelijke Persoon – is op de aarde.
Hamilton Smith; www.bibelstudium.de
Online in het Duits sinds 10.05.2010.
Geplaatst in: Christendom
© Frisse Wateren, FW