Lichtdragers
Genesis 1:
14. En God zei: Laten er lichten zijn aan het hemelgewelf om scheiding te maken tussen de dag en de nacht; en laten zij zijn tot aanduiding van vaste tijden en van dagen en jaren!
15. En laten zij tot lichten zijn aan het hemelgewelf om licht te geven op de aarde! En het was zo.
16. En God maakte de twee grote lichten: het grote licht om de dag te beheersen en het kleine licht om de nacht te beheersen; en ook de sterren.
17. En God plaatste ze aan het hemelgewelf om licht te geven op de aarde,
18. om de dag en de nacht te beheersen en om scheiding te maken tussen het licht en de duisternis. En God zag dat het goed was.
19. Toen was het avond geweest en het was morgen geweest: de vierde dag.
1. Met de vierde dag begint een nieuwe cyclus van drie dagen. De eerste cyclus werd vooral beïnvloed door scheiding. Wat werd van elkaar gescheiden?
a. op de 1e dag:
……………………………………………………………………………………………………….……………….
……………………………………………………………………………………………………….……………….
b. op de 2e dag:
……………………………………………………………………………………………………….……………….
……………………………………………………………………………………………………….……………….
c. op de 3e dag:
……………………………………………………………………………………………………….……………….
……………………………………………………………………………………………………….……………….
De tweede cyclus wordt vooral door vermeerdering gekenmerkt.
2. In de eerste tijdkring (cyclus) werden de leefgebieden lucht, zee en land gevormd, in de tweede worden deze ruimten bevolkt. Voltooi in de tabel hieronder de werken van de tweede cyclus.
1e cyclus | 2e cyclus | ||
Dag | Werk | Dag | Werk |
1e dag | licht | 4e dag | ……………….. |
2e dag | water en hemel | 5e dag | ……………….. |
3e dag | aarde | 6e dag | ……………….. |
We zien dat elke dag van de eerste cyclus associaties heeft met de overeenkomende dag in de tweede cyclus.
3. In vers 14 lezen we: “En God zei: Laten er …” en in vers 16: “En God maakte …”. Hij is de Schepper. “… en hemelen zijn werken van Uw handen” (Hebr. 1:10).
Wat verbiedt God daarom Zijn volk? in Deuteronomium 4 vers 19 en in 17 vers 3)?
……………………………………………………………………………………………………….……………….
……………………………………………………………………………………………………….……………….
4. God echter heeft niet eenvoudig eens de hemelen geschapen en sinds die tijd aan hun lot overgelaten. Wat doet Hij nu ononderbroken? (Jes. 40:26)?
……………………………………………………………………………………………………….……………….
……………………………………………………………………………………………………….……………….
De lichten moeten aan de uitgestrektheid van de hemel zijn. Dat betekent niet dat zij zich binnen de atmosferische hemel bevinden, maar dat ze als lichten aan het uitspansel verschijnen. De Bijbel geeft de dingen in een algemeen begrijpelijke omgangstaal weer en niet in wetenschappelijke formulering. De functies van de hemellichamen voor de mensen (de bestemming van dag en nacht, maanden, seizoenen en jaren) oefenen zij op grond van hun bewegingen en het licht uit, dat op aarde zichtbaar is. De hemellichamen zenden hun licht overal heen, maar ze zijn gemaakt om de aarde te verlichten. Dat is de reden waarom de sterren in vers 16 ook slechts terloops genoemd worden, omdat zij vanaf de aarde gezien slechts erg weinig schijnen en weinig aan het licht bijdragen.
5. In de verzen 14 en 15 lezen we over drie functies die de lichten hebben. Welke zijn deze 3 functies?
……………………………………………………………………………………………………….……………….
……………………………………………………………………………………………………….……………….
……………………………………………………………………………………………………….……………….
……………………………………………………………………………………………………….……………….
……………………………………………………………………………………………………….……………….
……………………………………………………………………………………………………….……………….
De scheiding tussen licht en duisternis, die God op de eerste dag Zelf gemaakt heeft, wordt van nu af door het licht bewerkt. Door de rotatie van de aarde om haar eigen as ontstaan dag en nacht.
De verschillende fasen van de maan ontstaan door de omloop van de maan rond de aarde in ongeveer 29,5 dag. Een maand was oorspronkelijk de tijd tussen twee nieuwe manen.
De seizoenen worden veroorzaakt doordat de aardas niet loodrecht op ten opzichte van de omloop-oppervlak van de aarde tot de zon staat, maar helt onder 23,5 graden.1
6. Waardoor wordt de lengte van een jaar bepaald?
……………………………………………………………………………………………………….……………….
……………………………………………………………………………………………………….……………….
7. De week heeft geen astronomische oorzaak. Waaruit stamt deze tijdmaat?
……………………………………………………………………………………………………….……………….
……………………………………………………………………………………………………….……………….
Opdat het leven op aarde mogelijk is, moet aan vele verschillende, ook astronomische eisen, worden voldaan, bijvoorbeeld:
• een juiste afstand van de planeet tot zijn zon, die voor gematigde temperaturen zorgt;
• een stabiele, niet al te zonderlinge baan van de planeet rond de zon;
• de juiste massa zon als voorwaarde voor stabiele planetaire banen;
• een exacte match van de helling van de planetaire as, die een gematigd klimaat met seizoenen mogelijk maakt;
• een grote maan in een juiste afstand die de kanteling van de as van de planeten stabiliseert.
Hoe wonderbaar heeft God alles gemaakt! We willen met het loflied van David instemmen: “De hemel vertelt Gods eer, het gewelf verkondigt het werk van Zijn handen” (Ps. 19:2).
Nadat God gezien had, dat het goed was, eindigt deze dag met de eerste zonsondergang.
© Bibelkurs.com
Geplaatst in: Bijbelcursussen
© Frisse Wateren, FW