1 jaar geleden

De Heer laat aan Zich vastklampen?

Bijbelgedeelten: Lukas 5 vers 4-11; 1 Timotheüs 1 vers 12-14

Na een niet succesvolle nacht waarin de ervaren vissers niets gevangen hadden, geeft de Heer Petrus opnieuw het bevel om het meer op te gaan en de netten uit te werpen om iets te vangen. Petrus gehoorzaamt, tegen alle “visserslatijn” in, en doet de grootste vangst uit zijn viscarrière. De vissers waren zeker verbaasd.

Maar Petrus is met iets heel anders bezig. Hij is ontzet! Hij beseft dat zo’n buitengewone vangst alleen verklaard kan worden door Hem, die hem de opdracht had gegeven. Als zelfs de vissen in het meer Hem gehoorzaamden, dan kan deze Jezus niemand anders zijn dan de Schepper zelf. Met het oog op deze geopenbaarde Scheppers-heerlijkheid komt Petrus tot een zelfkennis die hem doet uitroepen: “Ga uit van mij, want ik ben een zondig mens, Heer” (Luk. 5:8).

Dit was geen ‘goedkope’ bekentenis van een koning Saul: “Ik heb gezondigd! Eer mij nu toch” (1 Sam. 15:30). Petrus erkent ten diepste zijn ware zondige toestand en spreekt dit openlijk uit voor de Heer. Hij voelt hoe onwaardig en afstotend hij is. Opmerkelijk is, dat hij niet wegloopt, maar aan de knieën van de Heer neervalt. Hij “klampt” zich als het ware aan de Heer vast alsof hij wil zeggen: “Wees mij genadig. Ik kan niet zonder U, ik heb U nodig!”

Het punt is: de Heer laat aan Zich “vastklampen” – ook vandaag nog! Voor Petrus is dit niet het punt van zijn bekering. (Hoewel het ook waar is, dat de Heer Jezus een zondaar die zich in oprecht berouw tot Hem wendt en zich aan Hem wil “vastklampen,” niet van zich af zal stoten). We kunnen ervan uitgaan, dat dit al eerder is gebeurd (verg. Joh. 1:41,42). Deze ervaring hier was het begin van zijn reis in consequente navolging achter de Heer aan. Hij ervaart niet alleen de Scheppers-heerlijkheid van de Heer, maar ook Zijn genade, die oproept tot navolging en dienstbaarheid.

Misschien ligt je bekering al een tijdje achter je. Je weet dat de Heer Jezus jouw Redder is, die aan het kruis stierf voor jouw zonde. Maar is Hij ook jouw Heer? Ben je in consequente navolging achter Hem aangegaan? Ben je bereid om de dienst uit te voeren, de taken die Hij voor je heeft toebereid?

Het is opmerkelijk hoe Petrus zich hier voelt en hoe de Heer reageert. De Heer roept ons ook vandaag nog op om Hem te volgen en het is onze verantwoordelijkheid om op deze oproep in te gaan. Maar het is onze taak om dat in nederigheid te doen en ons bewust te zijn van onze zondigheid. Net als Petrus moeten we alle trots opzij zetten. Een discipel zijn is zowel een verantwoordelijkheid als een genade. Maar wanneer we, net als Petrus, tot de Heer komen, kunnen ook wij een “Wees niet bang, van nu aan …” horen.

Dit gevoel van genade en barmhartigheid kenmerkte ook de apostel Paulus: “Ik dank Christus Jezus, onze Heer, die mij kracht gegeven heeft, dat Hij mij trouw heeft geacht, daar Hij mij in [de] bediening gesteld heeft, mij die vroeger een lasteraar, een vervolger en een smader was; maar mij is barmhartigheid bewezen, omdat ik het onwetend heb gedaan, in ongeloof; en de genade van onze Heer is meer dan overvloedig geweest met geloof en liefde, die in Christus Jezus is” (1 Tim. 1:12-14).

 

Friedemann Werkshage; © www.bibelstudium.de

Online in het Duits sinds 21.03.2019.

Geplaatst in:
© Frisse Wateren, FW