Johannes 8 vers 51:
“Als iemand Mijn woord bewaart, zal hij [de] dood geenszins aanschouwen.”
Het is immers een grenzeloze belofte die de eeuwige Zoon van God aan gelovigen doet toen hij als Mens op deze aarde was. Eerder in dit hoofdstuk had hij zichzelf voorgesteld als het licht van de wereld. Dit licht dat de toestand van de mens zichtbaar maakt. Maar dat ook in het hart schijnt en leven betekent, eeuwig leven, voor hen die het licht aannemen – die dus in de Heer Jezus geloven. Toen had Hij laten zien, dat Hij vrijmaakt van de slavernij van de zonde. Toen we niet in de Heer Jezus geloofden, waren we slaven van de duivel en slaven van de zonde. Het was ons levensbeginsel om te zondigen, om niet naar de wil van God te vragen, om onafhankelijk van Hem te leven. Maar door het geloof in Hem zijn we in de vrijheid gebracht. Vrijheid betekent, dat we nu kunnen en willen doen wat de Heer Jezus goeddunkt in de kracht van de Geest van God door het nieuwe leven, dat we bezitten. Dat is echte christelijke vrijheid. Terwijl in deze wereld mensen het hebben over vrijheid als je kunt doen en laten wat je wilt, zelfs tegen het Woord van God in. En dat is wat de bijbel Dus vrijheid is volgens de Bijbel iets anders dan wat er in deze wereld onder wordt verstaan.
Nu zegt de Zoon van God: “Als iemand Mijn woord bewaart, zal hij [de] dood geenszins aanschouwen.” Zijn woord bewaren, dat wil zeggen gehoorzaam zijn aan Hem, zich onderwerpen aan Zijn woord, is het kenmerk van een gelovige. Deze belofte is dus gericht aan allen die in de Heer Jezus geloven. En we leren hier, dat de Heer ons niet alleen heeft vrijgemaakt van de slavernij van de zonde, maar dat we ook vrij zijn van het loon van de zonde. “Want het loon van de zonde is [de] dood; maar de genadegave van God is [het] eeuwige leven in Christus Jezus onze Heer” (Rom. 6:23). Een belofte die zó verstrekkend is, zó veelomvattend zoals we hier hebben, om de dood niet te zien, kan alleen door de Heer over leven en dood gedaan worden. Hij bedoelt hier niet, dat gelovigen niet sterven. We weten, dat ook mensen die in de Heer Jezus geloven door de dood heen moeten gaan. De dood geenszins aanschouwen betekent de dood in zijn eeuwige uitwerking, dat wil zeggen, scheiding van God, het eeuwig verderf. Daarvan zijn we eeuwig en absoluut verlost door de Heer Jezus Zelf. Als we moeten sterven, brengt de dood ons precies daar, waar Christus is, bij Zichzelf, in plaats van ons van Hem af te scheiden. Dan kunnen gelovigen zelfs nu Christus zien in heerlijkheid, van aangezicht tot aangezicht.
Als gelovigen mogen we nu al leven in gemeenschap met de Heer Jezus en met God de Vader, omdat we eeuwig leven hebben. En daar mogen we absoluut zeker van zijn door de belofte die de Heer Jezus hier doet. Ook andere Schriftgedeelten getuigen dat we gered zijn voor de eeuwigheid. We zullen eenmaal daar zijn, waar HIJ is, waar het huis van het eeuwige leven is. Dat is het huis van de Vader.
Dirk Mütze; © www.bibelstudium.de
Online in het Duits sinds 27.07.2023.
Geplaatst in: Christendom
© Frisse Wateren, FW