3 jaar geleden

De biografie van het Lam

Het Lam van Genesis tot Openbaring

 

Eigenlijk kunnen we de hele Bijbel wel de biografie van het Lam van God noemen. Ik geef het volgende overzicht:

  1. Het Lam in type voorgesteld (Gen. 4).
  2. Het Lam profetisch aangekondigd  (Gen. 22).
  3. Het bloed van het Lam toegepast (Ex. 12).
  4. Persoon en werk van het Lam (Jes. 53).
  5. Het Lam aangewezen (Joh. 1:29, 36). 
  6. Het Lam grootgemaakt (Openb. 5).
  7. Het Lam in Zijn eeuwige glorie (Openb. 22).

Het onderwerp van het Lam is een van de meest wonderbare thema’s in het Woord van God. Het loopt als een rode draad door de Schrift, van Genesis tot Openbaring. 

In Genesis 4 zien we het Lam in type, toen Abel een eerstgeboren dier van zijn kudde aan God afstond. Hij begreep dat God eerder het bloed van een onschuldig slachtoffer had vergoten om zijn ouders te kunnen bekleden met dierenhuiden, en hij droeg een onschuldig slachtoffer aan God op als type van het Lam dat zou komen. 

In Genesis 22 wordt het Lam profetisch voorgesteld als de geliefde Zoon van de Vader. God zou Zichzelf voorzien van een Lam ten brandoffer, en dit Lam moest een Mens zijn voor de mensheid. In Exodus 12 hebben we in het Paaslam ook een prachtig beeld van het Lam dat geslacht is, en Wiens bloed ons beveiligt voor het oordeel. 

In Jesaja 53 zien we de profetische levensbeschrijving van het Lam (zie hieronder). In Johannes 1 vers 29 wordt het Lam aangewezen aan de discipelen door de voorloper, Johannes de Doper. In Openbaring 5 wordt het Lam grootgemaakt, en in Openbaring 22 is sprake van Zijn eeuwige glorie en van de troon van God en van het Lam. 

De reikwijdte van het bloed van het Lam

Als wij het Lam door de Schrift heen volgen, leren wij in Genesis 4 dat het Lam voor een individu bedoeld is, in Exodus 12 voor een huisgezin. In Leviticus 16 is het Lam het zoenoffer voor de natie, en in Johannes 1 vers 29 voor de hele wereld.

Als het Lam van God was de Heer Jezus zachtmoedig en nederig van hart. Hij was volkomen zondeloos en het volmaakte Offerlam. In 1 Petrus 1 vers 18-20 lezen wij: (…) daar u weet dat u niet door vergankelijke dingen, zilver en goud, verlost bent van uw onvruchtbare, door de vaderen overgeleverde wandel, maar door kostbaar bloed, als van een vlekkeloos en onbesmet lam, [het bloed] van Christus. Hij is wel voorgekend vóór de grondlegging van de wereld, maar in het laatst van de tijden geopenbaard ter wille van u”.

Het is duidelijk dat we niet alle bovenstaande punten uitvoerig kunnen behandelen – dat zou een boek vergen. We hebben enkele passages genoemd die over het Lam van God gaan, om ons te helpen beter te begrijpen Wie Hij is, maar ook wat de praktische gevolgen zijn voor ons individuele leven!

Biografie van het Lam van God

Jesaja 53 is voor velen een bekend hoofdstuk – of in ieder geval enkele verzen eruit – en toch valt er nog zoveel te ontdekken! Het hoofdstuk is eigenlijk een biografie van de Heer Jezus – het Lam van God – vanaf Zijn geboorte tot aan Zijn regering in het duizendjarige Vrederijk. 

Laat me het uitleggen. Het hoofdstuk begint met een vraag: “Wie heeft onze prediking geloofd, en aan wie is de arm van de HEERE geopenbaard?” (vs. 1). 

Dit vers spreekt over de geboorte van onze Heer. Toen die werd aangekondigd, wie geloofde het toen? Een paar herders uit Bethlehem (Luk. 2:8)! Slechts weinigen geloofden het. De arm van de Heer spreekt van kracht (Jes. 51:9). Aan wie werd Gods kracht geopenbaard? Is Christus toen verschenen in macht en majesteit? Nee, het was een nederige geboorte, onbetekenend in de ogen van velen. 

“Want Hij is als een loot opgeschoten voor Zijn aangezicht, als een wortel uit dorre aarde. Gestalte of glorie had Hij niet; als wij Hem aanzagen, was er geen gedaante dat wij Hem begeerd zouden hebben (vs. 2). 

De Heer Jezus groeide op voor Gods aangezicht. Het Hebreeuwse woord voor ‘opgroeien’ of ‘opschieten’ heeft dezelfde wortel als het woord voor ‘brandoffer’! Hij groeide op tot het welbehagen van Zijn God en Vader, hoewel Hij in een vreemde en vijandige omgeving leefde (in ‘dorre aarde’). Hij kwam als God in een God-vijandige wereld. Zijn uiterlijke verschijning was niet zo bijzonder: er was geen schoonheid dat men Hem zou begeren. 

“Hij was veracht, de onwaardigste onder de mensen, een Man van smarten, bekend met ziekte, en als iemand voor wie men het gezicht verbergt; Hij was veracht en wij hebben Hem niet geacht” (vs. 3).

Dit vers markeert het begin van de openbare bediening van de Heer. Toen Hij onder de mensen kwam, hebben zij Hem veracht en verworpen, zelfs in die mate dat het woord ‘veracht’ hier twee keer wordt genoemd! Zijn leven werd gekenmerkt door verdriet en rouw. Kunt u zich dat voorstellen! Wij krijgen allemaal te maken met moeite en verdriet in ons leven, maar niemand krijgt te maken met zoveel moeilijkheden als onze Heer! Het volk wilde niet eens samen met Hem gezien worden; zij verborgen hun gezicht voor Hem. Denk maar aan de priester en de Leviet in de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan; zij deden iets soortgelijks!

“Voorwaar, onze ziekten heeft Hij op Zich genomen, ons leed heeft Hij gedragen. Wij hielden Hem echter voor een geplaagde, door God geslagen en verdrukt” (vs. 4).

De Heer Jezus nam de ziekten en smarten van de mensen die Hij ontmoette op Zich en Hij droeg ze. Daar hing voor Hem een prijskaartje aan. Telkens als Hij iemand genas, ging er kracht van Hem uit (Luk. 8:46). De Israëlieten keken naar de Heer Jezus en zagen welke uitwerking dit op Hem had. Ze zagen het lijden in Zijn gezicht (Jes. 52:14), en dachten: Die Man moet lijden onder Gods oordeel, kijk maar hoe vreselijk Hij eruit ziet! Ziekte en lijden werden namelijk gekoppeld aan oordeel en straf (Deut. 28:58-61). Zij hadden er nog geen idee van dat dit door hen kwam!

“Maar Hij is om onze overtredingen verwond, om onze ongerechtigheden verbrijzeld. De straf die ons de vrede aanbrengt, was op Hem, en door Zijn striemen is er voor ons genezing gekomen” (vs. 5). 

Nu zijn ze tot het besef gekomen dat dit voor hen was! Het lijden van de Heer was tot heil van mensen. Maar de striemen die de Romeinse soldaten Hem toebrachten, konden onze verlossing niet bewerken; het kruis deed dat en de slagen van Gods oordeel. Dit wordt in de volgende verzen naar voren gebracht. Vers 5 is een soort antwoord op de uitspraken in het vorige vers. Ze tonen een innerlijke verandering ten opzichte van de Heer Jezus. Ze verachtten Hem niet langer, maar begrepen dat ze Hem nodig hadden. Bent u al tot die conclusie gekomen? Of doet u nog steeds mee met de verachters en de spotters? 

“Wij dwaalden allen als schapen, wij keerden ons ieder naar zijn eigen weg. Maar de HEERE heeft de ongerechtigheid van ons allen op Hem doen neerkomen” (vs. 6).

Hier hebben we de belijdenis: wij zijn de oorzaak van Zijn lijden! Wij waren net zoals schapen, die maar deden wat we wilden en gingen waar we wilden, zonder aandacht te schenken aan enige aanwijzing van de grote Herder van de schapen. Dat is een passend beeld van zondige mensen. Maar de tweede helft van dit vers geeft de oplossing: God heeft de last van onze zonden en ongerechtigheden op Zijn Zoon gelegd. Hij is voor ons tot zonde gemaakt en Hij heeft onze zonden in Zijn lichaam gedragen op het hout (2 Kor. 5:21; 1 Petr. 2:24). Maar God heeft niet alleen onze zonden op Hem gelegd, Hij heeft Christus hiervoor geoordeeld alsof het Zijn eigen ongerechtigheden waren geweest (vgl. Ps. 69:5-6). Al het lijden dat hiermee verbonden was, wordt in het volgende vers belicht.

“Toen betaling geëist werd, werd Hij verdrukt, maar Hij deed Zijn mond niet open. Als een lam werd Hij ter slachting geleid; als een schaap dat stom is voor zijn scheerders, zo deed Hij Zijn mond niet open” (vs. 7).

De Heer Jezus heeft Zichzelf nooit verdedigd. Hij bleef zwijgen onder alle valse aanklachten en Pilatus verbaasde zich hierover (Mark. 15:4). Als er iemand was die het recht had om het voor zichzelf op te nemen, dan was Hij het wel. Maar Hij bleef zwijgen. Is dit geen belangrijke les voor ons? Hoe vaak hebben wij ervoor gekozen om onszelf niet te verdedigen? Laten wij Zijn voorbeeld navolgen.

In het voorgaande vers waren wij de schapen, maar hier wordt naar Christus Zelf verwezen als een lam en een schaap. Hij is aan ons gelijk geworden om ons te kunnen redden. Zie Filippenzen 2 vers 5-8.

“Hij is uit de angst en uit het gericht weggenomen, en wie zal Zijn leeftijd uitspreken (of: Zijn geslacht vertellen)? Want Hij is afgesneden uit het land van de levenden. Om de overtreding van mijn volk is de plaag op Hem geweest” (vs. 8). 

Toen het werk was volbracht, is Hij gestorven. Hij is uit de angst en uit het gericht weggenomen – het was allemaal voorbij! Maar menselijk gesproken leek het erop dat alle hoop op het hebben van nageslacht verloren was; er was geen generatie om het uit te spreken. Maar Gods wegen zijn niet onze wegen, zoals we nog zullen zien in vers 10. Christus werd afgesneden uit het land van de levenden, in het midden van Zijn dagen (Ps. 102:24). Dit alles is gebeurd vanwege de zonden van Gods volk – uw zonden en mijn zonden. 

“Men heeft Zijn graf bij de goddelozen gesteld, en Hij is bij de rijke in Zijn dood geweest, omdat Hij geen onrecht gedaan heeft en geen bedrog in Zijn mond geweest is” (vs. 9). 

De Romeinse soldaten zouden Hem samen met de beide rovers, met de goddelozen, hebben begraven. Maar God voorkwam dat dit zou gebeuren. Hij zorgde ervoor dat Zijn Zoon werd begraven in een rein, nieuw graf (Joh. 19:41), omdat Hij geen kwaad had bedreven en altijd de waarheid had gesproken (Joh. 1:14, 17; 1 Petr. 2:23). 

“Maar het behaagde de HEERE Hem te verbrijzelen, Hij heeft Hem ziek gemaakt. Als Zijn ziel Zich tot een schuldoffer gesteld zal hebben, zal Hij nageslacht zien, Hij zal de dagen verlengen; het welbehagen van de HEERE zal door Zijn hand voorspoedig zijn” (vs. 10).

Ondanks de onschuld van de Heer Jezus had God er een welgevallen in Hem te verbrijzelen. Niet omdat Hij behagen erin had Zijn Zoon te straffen, maar omdat Hij wist wat de gevolgen zouden zijn! Als de Heer Jezus zo zou worden geofferd, zou er een nageslacht, een generatie, een familie voor God zijn! Weet je nog wat ik heb gezegd over vers 8? Door wat Christus heeft volbracht, kan Gods plan – het welbehagen van de HEERE – uitgevoerd worden!

“Om de moeitevolle inspanning van Zijn ziel zal Hij het zien, Hij zal verzadigd worden. Door de kennis van Hem zal de Rechtvaardige, Mijn Knecht, velen rechtvaardig maken, want Hij zal hun ongerechtigheden dragen” (vs. 11).

De Heer Jezus zal genieten van de vrucht van Zijn werk, Zijn moeitevolle arbeid! Hij is nu met ons bezig. Hij wast ons door middel van het Woord, opdat Hij ons op een dag (nadat de opname heeft plaatsgevonden) aan Zichzelf kan voorstellen en verzadigd zal worden (Ef. 5:26-27). Bent u hierbij inbegrepen? Heeft Hij uw ongerechtigheden gedragen?

“Daarom zal Ik Hem veel toedelen, en machtigen zal Hij verdelen als buit, omdat Hij Zijn ziel heeft uitgestort in de dood, onder de overtreders is geteld, omdat Hij de zonden van velen gedragen heeft en voor de overtreders gebeden heeft” (vs. 12).

Het laatste vers brengt ons bij het millennium, wanneer Hij zal heersen over de hele aarde. God geeft Hem die positie vanwege wat Hij heeft gedaan, wat Hij heeft volbracht. Het vers begint dan ook met het woord: Daarom. Hij zal de machtigen verdelen als buit; wij zullen met Hem regeren en delen in deze glorieuze positie!

Opnieuw wordt benadrukt dat dit allemaal te danken is aan Zijn werk op het kruis van Golgotha. Dit komt ook heel duidelijk naar voren in het boek Openbaring. Eerst wordt hier gezegd dat de Leeuw uit de stam van Juda heeft overwonnen, maar daarna wordt onze aandacht gevestigd op het geslachte Lam (Openb. 5:5-6). En in de rest van het boek ligt de nadruk op het Lam: het is het oordeel van het Lam, het bruiloftsfeest van het Lam en de heerschappij van het Lam. Het Lam wordt 27 keer genoemd in Openbaring!

Er zou nog veel meer over dit prachtige hoofdstuk van de profeet Jesaja te zeggen zijn, maar ik hoop dat dit uw interesse heeft aangewakkerd om het te bestuderen! Moge de Heer u zegenen, als u het Lam bestudeert!

 

Paul Meijer

Geplaatst in:
© Frisse Wateren, FW