1 jaar geleden

Brieven aan een nieuwe bekeerling (12)

Bijbelgedeelte: 1 Thessalonika 1 vers 9-10

Jouw dienst

Beste gelovige vriend,

Een laatste verzoek: vergeet niet de Heer te dienen. En daarmee bedoel ik niet alleen dat je alles, zelfs de kleinste activiteit, als die deel uitmaakt van je dagelijkse taken, voor de Heer doet (Kol. 3:22-24), maar dat je bewust een werk voor de Heer Jezus Christus op je neemt, hoe klein het ook is.

“Wat moet ik doen?” wordt vaak gevraagd. Vraag het aan jouw Meester, Hij is de enige Die het recht heeft om te antwoorden, en je zult spoedig ontdekken wat je moet doen. De mogelijkheden zijn eindeloos en de nood is groot.

Misschien ben je al begonnen met het dienen van de Heer zonder het je te realiseren. Net als Andréas zocht je een broer, een vriend, op om hem bij Jezus te brengen (verg. Joh. 1:40-42). Omdat je zelf de Heer hebt gevonden, heb je het ongevraagd gedaan, als een kuiken dat instinctief naar de vijver waggelt nadat het uit het ei is gekropen. Als dat zo is, dank God dan en word niet moe in dit gezegende werk. Ga door, en als je geprobeerd hebt om al je vrienden tot Jezus te brengen, verbreed dan de cirkel en ga verder!

Hoeveel mogelijkheden zijn er om de Heer te dienen, door persoonlijke gesprekken, waar en wanneer dan ook, door het uitdelen van traktaten, door het bezoeken van zieken, door zondagsschoolwerk, naast openbare evangelieprediking en bediening van het Woord aan gelovigen. Vraag de Heer wat je moet doen en als je erachter komt, doe het dan!

  • Doe het in gehoorzaamheid aan de grondbeginselen van het Woord van God.
  • Doe het biddend.
  • Doe het samen met je medebroeders en -zusters, maar doe het.

Lichamelijke gezondheid is zonder arbeid niet mogelijk. Salomo hoorde dit en zei: “De slaap van de arbeider is zoet, … maar de overvloed van de rijke doet hem niet slapen” (Pred. 5:11).

Veel moderne burgers hebben het “aan de zenuwen,” of hebben vergelijkbare klachten, omdat ze niets te doen hebben, en er kunnen christenen zijn die om dezelfde reden geen vooruitgang boeken. Ze behoren tot de werklozen, zo ze hun energie al niet verspillen aan nutteloze, zo niet schadelijke dingen.

Laten we daarom zijn zoals de Thessalonicenzen, van wie gezegd kon worden, dat ze zich “van de afgoden tot God hadden bekeerd” om “de levende en waarachtige God te dienen en Zijn Zoon uit de hemelen te verwachten” (1 Thess. 1:9-10).

Als dit vers ooit een waarheidsgetrouwe samenvatting van ons leven zou zijn, dan zouden onze levens echt de moeite waard zijn geweest.

Ik wens dat je overvloedig gezegend wordt en dat je er een zegen door mag worden.

 

F.B. Hole; © www.bibelstudium.de

Online in het Duits sinds 07.03.2010.

Geplaatst in:
© Frisse Wateren, FW