We lopen allemaal het risico om bijbelverzen uit hun verband te halen om onze eigen mening te funderen. Meestal valt ons dat bij anderen op … Nu kom ik dit fenomeen opnieuw tegen.
In verband met de vluchtelingencrisis wordt Mattheus 25 vers 40 herhaaldelijk aangehaald: “Voorwaar, Ik zeg u, voor zoveel u het hebt gedaan aan één van de geringsten van deze broeders van Mij, hebt u het Mij gedaan”.
Waar verwijst de Heer Jezus hier naar? Hij spreekt over een tijd waarin Hij vanuit de hemel op de aarde zal komen om “op de troon van Zijn heerlijkheid” plaats te nemen (Matth. 25:31). Aan het begin van het 1000-jarig koninkrijk, zal Hij ook een rechtszitting over de volkeren houden. Deze komen voor Hem naar Jeruzalem en worden geoordeeld naar wat zij “Zijn broeders” gedaan hebben.
Wie zijn zijn broeders? Dat zijn de Joden. Hoe reageerden de naties op hen? Deze Joden waren missionarissen, die in de grote verdrukking (Matth. 24:21) in de hele wereld zullen uitstromen om het goede nieuws van het koninkrijk aan alle mensen te verkondigen (Matth. 24:14). Dus dit is een toekomstige tijd voor ons waarin we al lang in de hemel zullen zijn.
Nu, deze gelovige Joden die op de Heer Jezus als Messias wachten, worden door de meesten afgewezen, in gevangenissen geworpen en gedood (Matth. 25:42,43). Maar zo zijn er onder de volken, die medelijden hebben met deze Joodse zendelingen en hen voedsel en water geven – en wel met gevaar voor hun eigen leven. En daarvoor zullen ze worden beloond.
Dit vers wordt momenteel aangehaald door de Vereinigung Evangelischer Freikirchen (VEF)1 en haar president, de voorzitter van de Bundes Freier evangelischer Gemeinden, Ansgar Hörsting, om vluchtelingen op te nemen. En zij zijn niet de enigen die (op deze manier) druk uitoefenen op christenen.
In het licht van de verzen in Mattheüs 25 besef je meteen, dat ze niets te maken hebben met de huidige situatie. Deze vluchtelingen zijn geen (joodse) zendelingen. En ze hebben ook niets met dodelijk gevaar van doen. En zij zijn (in het algemeen) noch naar het ras noch naar het eeuwige leven “broeders” van de Heer Jezus.
Betekent dit, dat we geen verantwoordelijkheid voor hen hebben? Natuurlijk niet! We moeten tegenover alle mensen de goede boodschap betuigen en “altijd bereid tot verantwoording aan ieder die u rekenschap vraagt van de hoop die in u is” (1 Petr. 3:15).
Maar we willen ervoor waken, dat we onze boodschap niet ongeloofwaardig maken door bijbelgedeelten uit het verband te halen en ze voor onze doeleinden om te buigen.
Manuel Seibel, © www.bibelpraxis.de
Geplaatst in: Christendom
© Frisse Wateren, FW