Kinderen / Volwassenen
Bijbelplaatsen: Mattheüs 18 vers 3; 1 Korinthe 14 vers 20
Bijbelverzen moeten zoveel mogelijk in de context van de tekst worden onderzocht. Toch stuit men telkens weer op “contrasten” tussen afzonderlijke bijbelpassages die op het eerste gezicht verrassend zijn. Deze contrasten vragen om bezinning – en deze kleine serie wil daaraan bijdragen.
“… wordt als de kinderen” (Matth. 18 vers 3).
De discipelen hadden trouw hun Meester gevolgd volgens hun normen en hoopten nu op een overeenkomstige ereplaats in het Koninkrijk van God, vergelijkbaar met de helden van David (2 Sam. 23). Maar de Heer Jezus Christus moet hen van hun “hoge paard” halen en hen oproepen tot innerlijke bekering: “Als u niet verandert en wordt als de kinderen, zult u het Koninkrijk der hemelen geenszins binnengaan” (Matth. 18:3). Zichzelf “vernederen” als een kind is het tegenovergestelde van streven naar grote daden en erkenning; het gaat om eenvoudig geloof, “eenvoudig van geest” in de goede zin van het woord. Net zoals een kind zich bewust is van zijn afhankelijkheid van zijn ouders en hen tegelijkertijd volledig vertrouwt, zo moeten ook de discipelen een houding van afhankelijkheid aannemen, van vertrouwen in de Heer – zoals de Heer Jezus overigens Zelf als mens aannam. Het koninkrijk van de hemel binnengaan, dat wil zeggen de zegen van de Heer genieten, nu en in de toekomst, kan alleen door mensen die zichzelf klein maken – eenmaal bij hun bekering, maar ook blijvend in hun discipelschap achter de Meester aan.
“Wordt in uw overleggingen volwassenen” (1 Kor. 14:20).
De Korinthiërs waren gezegend met alle genadegaven in hun plaatselijke gemeente (kerk/vergadering). Ze waren hier trots op – maar innerlijk waren ze “kleine kinderen in Christus” (1 Kor. 3:1), onrijp en ongeestelijk. Bovendien dreigden ze hun bestaande inzicht te verliezen en zo weer “onwetende kinderen” te worden. Daarom schreef Paulus aan hen: “Broeders, weest geen kinderen in uw overleggingen, maar weest kleine kinderen in de boosheid, en wordt in uw overleggingen volwassenen” (1 Kor. 14:20). In ons discipelschap moeten we rijpen, leren om de gedachten van het Woord van God beter te begrijpen en in praktijk te brengen. Dit geldt zowel voor probleemgebieden zoals het spreken in talen als voor het groeien in begrip over onze zegening in Christus (Kol. 1:28). Als discipelen in het koninkrijk van God moeten we klein leven en handelen als kinderen in eenvoud en afhankelijkheid van de Heer. In ons geestelijk leven moeten we volwassen worden en toenemen in het begrijpen van de waarheid en het navolgen van de Heer Jezus. Beide samen vormen ons tot trouwe discipelen die de goedkeuring van de Heer Jezus ontvangen!
Martin Schäfer; © www.bibelstudium.de
Online in het Duits 25.10.2008.
Geplaatst in: Christendom
© Frisse Wateren, FW