3 jaar geleden

Beloningen (3+4)

3. Beloning van trouw in de verwachting van de Heer en in de beproeving

Wij lezen in Lukas 12 vers 37: “Gelukkig die slaven die de heer, als hij komt, wakend zal vinden! Voorwaar, Ik zeg u, dat hij zich zal omgorden, hen zal doen aanliggen en zal naderkomen om hen te dienen.” Op aarde is de Heer Jezus in het midden van de Zijnen geweest als de Dienaar. Zo zal Hij zijn in heerlijkheid, tegenover hen die trouw op Hem hebben gewacht. Wat een eer voor deze dienaren om gediend te worden door hun Meester, die voor altijd de volmaakte Dienaar zal blijven van Zijn zeer geliefde! Zoals de knecht in Genesis 21 wilde Hij niet vrij uit gaan, maar uit liefde tot Zijn Heer en voor de Zijnen is Hij voor eeuwig een Dienaar geworden. Zal het vooruitzicht van zulk een beloning onze verwachting van de Heer niet levendiger en vuriger maken?

Aan het eind van zijn leven kon de apostel Paulus zijn loopbaan samenvatten met de woorden: “Ik heb de goede strijd gestreden, ik heb de loop geëindigd, ik heb het geloof behouden. Overigens is voor mij de kroon van de gerechtigheid weggelegd, die de Heer, de rechtvaardige Rechter, mij in die dag zal geven; en niet alleen mij, maar ook <allen> die Zijn verschijning hebben liefgehad” (2 Tim. 4:7,8). Deze kroon van de gerechtigheid wordt dan ook beloofd aan alle gelovigen die, zoals hij, de goede strijd hebben gestreden, de wedloop hebben gelopen en het geloof hebben behouden. Zo hebben zij getuigenis afgelegd van hun aanhankelijkheid en trouw aan de Heer, van hun verlangen Hem te verheerlijken ondanks alle hindernissen op hun weg, opdat Hij hun op de dag van Zijn komst Zijn voldoening kan betuigen. Daarom houden zij van die dag en wachten er met heilig verlangen op. Mogen wij zulke mensen zijn die uitzien naar de kroon van de gerechtigheid, tot verheerlijking en vreugde van de Heer Zelf.

4. Beloning van trouw in de beproeving

In de brief van Jakobus wordt een speciale beloning genoemd voor degene die getrouw was in de beproeving. “Gelukkig [de] man die verzoeking verdraagt; want beproefd geworden zal hij de kroon van het leven ontvangen, die Hij beloofd heeft aan hen die Hem liefhebben” (Jak. 1:12). Dit is de derde kroon waarover in de Schrift wordt gesproken. Wij vinden het ook in Openbaring 2 vers 10, waar tot Smyrna wordt gezegd: “Wees trouw tot [de] dood, en Ik zal u de kroon van het leven geven.” Het leven staat in tegenstelling tot de dood, waartoe de gelovige geroepen kan zijn te ondergaan, als hij trouw is in de verdrukking. Ook al leidt dit niet altijd tot dit laatste offer, het brengt ons tot het besef van de dood van de oude mens. Als wij tot dan toe getrouw zijn, zullen wij de kroon van het leven ontvangen, dat wil zeggen een bijzondere beloning, in verhouding tot het karakter van de beproeving waarin wij de Heer zullen hebben verheerlijkt.

Deze verschillende beloningen zijn voor ons een kostbare aanmoediging om vol te houden in het dienen, in het getuigen en in het wachten op de Heer, of zelfs in welke beproeving God ons ook wil opleggen. Laten wij hen navolgen die “door geloof en geduld de beloften beërven” (Hebr. 6:12). Moge de Heer ons sterken in de gedachte dat de tijd nabij is, waarin Hij het loon zal geven aan Zijn dienaren, de profeten, en aan de heiligen, en aan hen die Zijn naam vrezen, de kleinen en de groten (Openb. 11:18).

 

Marc Tapernoux; © www.haltefest.ch

Jaargang: 1984, bladzijde 169.

Geplaatst in:
© Frisse Wateren, FW