David had in zijn leven met heel verschillende mensen te maken. Hij had veel vijanden die hem probeerden om te brengen. Maar God stond aan Davids zijde en stelde ook veel goede vrienden aan zijn zijde, die bereid waren hun leven voor hem op te offeren. Een van deze vrienden was Ahimaäz, de zoon van de hogepriester Zadok. Over Ahimaäz vertelt 2 Samuël 15 vers 25 – 18 vers 32 ons veel mooie dingen.
Levensgevaar
In 2 Samuel 17 vers 15-20, bevond zich Ahimaäz, samen met Jonathan, de zoon van Abjathar, in een zeer bedreigende positie. De twee wilden David een belangrijke boodschap overbrengen en werden verraden (vs. 18). Ze moesten zich verbergen in een put en konden zo aan de vijand ontkomen.
Dit voorval herinnert me aan de apostel Paulus. Hij was ook bereid om de Heer te dienen in zijn leven en kwam daardoor vaak in bedreigende situaties. In 2 Korinthe 11 vers 23-28 wordt ons een aantal dingen verteld, die de apostel Paulus moest ondergaan. Hoe ziet het eruit in ons leven? Zijn wij ook toegewijd aan onze Heer, of leven we maar gewoon dag na dag een beetje voort?
Rennen … en een goede boodschap overbrengen
De ‘familieoorlog’ tussen Absalom en David was voorbij. Ahimaäz wilde naar David rennen (2 Sam. 18:19) en hem het goede nieuws brengen. We zien hier dat je actief moet zijn, als je een boodschap wilt overbrengen.
Misschien eens een toepassing: wat zijn er in ons leven voor ‘goede boodschappen’ die we kunnen doorgeven? Is niet de grootste boodschap dat de Heer Jezus aan het kruis voor alle zonden gestorven is, waarmee Hij de vijand, Satan, overwonnen heeft? Hoeveel investeren we om deze boodschap door te geven? Of misschien zitten we thuis en zeggen: “Er zijn immers evangelisten en zendelingen, dat is hun taak!” Nee, dat is niet het geval! De Heer roept IEDEREEN op om iets over Hem te vertellen! (bijv. Handelingen 1:8; 2 Kor. 5:20).
Volharding en vastberadenheid
Ahimaäz was een trouwe vriend van David. Wanneer Joab hem zegt niet te gaan lopen, gaat hij een tweede keer naar hem toe en legt hem dit verzoek nog eens voor. Het besluit dat we in vers 22 zien, ongeacht nu of het juist was dat Ahimaäz hier actief werd, is al bewonderenswaardig: “Hoe het ook zij …”.
Hoe is het met ons? Laten wij ons snel ons snel van een dienst, een opdracht afbrengen, of staan we er met heel ons hart en onze wil achter, zoals Ahimaäz?
Liefde voor David en een goed getuigenis
We zien dat Ahimaäz sneller was dan de Cusjiet bij David, hoewel hij later vertrok. Daaraan kunnen we zien, dat de liefde tot David hem dreef. Hij liep door de vlakte van de Jordaan – dus hij kende zijn weg goed – en liet zich door niets tegenhouden. Hij had het doel voor ogen (Fil. 3:14).
De poortwachters herkenden Ahimaäz al heel snel en David gaf een heel mooi getuigenis over hem in vers 27. Herinnert dit niet aan het goede getuigenis dat Timotheüs ontvangt in Handelingen 16 vers 2 van de broeders uit Lystra en Iconium?
Houding tegenover de koning
Ahimaäz brengt het goede nieuws naar koning David (hoewel David die boodschap voor zichzelf niet wenste). Maar het wordt heel duidelijk, dat hij ondanks alles een knecht van David is. Hij valt voor hem neer en looft God. Is dit niet een mooie houding ten opzichte van onze Heiland en Heer – ook voor ons?
Benjamin Ströhlein; © www.bibelpraxis.de
[Bron: THE DORE GALLERY: David weent over de dood van zijn zoon Absalom]
Geplaatst in: Christendom
© Frisse Wateren, FW