4 jaar geleden

Afhankelijkheid in leven van Jezus (72)

De tegenwoordigheid van de Opgestane

 

“En te beginnen met Mozes en alle profeten, legde Hij hun uit wat in al de Schriften over Hem stond … En zij drongen bij Hem aan en zeiden: Blijf bij ons, want het is tegen de avond en de dag is al gedaald. En Hij ging naar binnen om bij hen te verblijven” (Luk. 24:27,29).

Drie dagen na Zijn kruisiging stond de Zoon van de levende God uit de doden op. De Overwinnaar van Golgotha ​​is de Levende (Openb. 1:18), de Eerstgeborene uit de doden en het begin van de schepping van God! (Openb. 3:14). De dood zal nooit meer over Hem heersen. Hij leeft tot in alle eeuwigheid (Openb. 4:9).

In plaats van direct na Zijn opstanding terug te gaan naar de hemel, wilde de grote Herder van de schapen Zich nu laten zien aan degenen, voor wie Hij zo onuitsprekelijk had geleden. Maar zelfs hierin was Hij nooit voorbarig of overhaast. In het geval van de zogenaamde Emmaüsgangers wachtte Hij geduldig tot het Woord van God in hun harten zou werken, voordat Hij Zichzelf aan hen openbaarde. Pas nadat ze hun huis voor Hem hadden geopend en er bij Hem op hadden aangedrongen bij hen te blijven, was de tijd gekomen om Zich aan hen te openbaren.

Hij komt het huis binnen als gast, maar neemt dan direct de rol van gastheer op zich, die dankt voor het eten en het ook uitdeelt. Hoezeer had Hij naar deze gemeenschap met Zijn discipelen verlangd! Vandaag is dat niet anders. Hij houdt ervan om aan degenen die hem liefhebben en Zijn geboden houden, een ​​diep besef van Zijn tegenwoordigheid te geven en praktische gemeenschap met hen te hebben (verg. Joh. 14:21).

Welke plaats neemt de onzichtbare Gast in onze huizen in en hoe wordt dat eigenlijk zichtbaar? Wanneer was de laatste keer, dat u een persoonlijke ontmoeting had met de Zoon van God, die uw leven veranderd heeft? Hoe groot is ons verlangen naar ware gemeenschap met Hem?

 

Jan Philip Svetlik; © www.bibelstudium.de

Online in het Duits sinds 03.03.2018

Geplaatst in:
© Frisse Wateren, FW