4 jaar geleden

Afhankelijkheid in het leven van Jezus (50)

Zijn gewoonte

 

“En Hij ging naar buiten en vertrok naar Zijn gewoonte naar de Olijfberg; … en … bad” (Luk. 22:39,41).

De Heer Jezus had goede gewoonten in Zijn leven. Als kind ging Hij elk jaar met Zijn ouders naar Jeruzalem voor het Pascha (Luk. 2). Op de sabbat ging Hij naar gewoonte naar de synagoge om het Woord van God met andere Joden te lezen (Luk. 4:16). Toen er mensenmenigten bij Hem kwamen, had Hij de gewoonte hen te onderwijzen (Mark. 10:1). Elke ochtend nam Hij de tijd om God Zijn oren te laten openen in de stilte en om door Hem onderwezen te worden (Jes. 50:4,5). Hij verbleef vaak op de Olijfberg om daar te bidden (Luk. 22:39; Joh. 8:1; Luk 21:37-38). Op deze plaats spoort Hij de discipelen ook aan om dat te doen en geeft Hij hen daarin het goede voorbeeld. Hoe vaak zal Hij daar het aangezicht van God gezocht hebben!

Ook David had de gewoonte om vroeg in de morgen gemeenschap met God te hebben en voor Hem in gebed te zijn (verg. Ps. 5:4; 63:2). Hoe belangrijk is deze ‘stille tijd’ in de ochtend, waarover Gods Woord zegt: “… uit de baarmoeder van de dageraad is voor U de dauw van Uw jeugd” (Ps. 110:3)! Maar het is ook erg nuttig, als er tijd is, om overdag korte gebedstijden te hebben om de gemeenschap met God fris te houden. De psalmist schrijft: “Ik loof U zevenmaal op een dag om Uw rechtvaardige bepalingen … Midden in de nacht sta ik op om U te loven voor Uw rechtvaardige bepalingen” (Ps. 119:164,62).

Het aanhouden van goede gewoonten, zoals regelmatig vroeg opstaan, vereist discipline, vastberadenheid en doorzettingsvermogen. We zien deze dingen in het leven van Jezus. Wanneer Hij tot laat in de nacht op de behoeften van mensen reageert en hun ziekten en zwakheden in Zijn geest draagt, staat Hij de volgende ochtend nog vóór zonsopgang op om de dag met gebed op een eenzame plaats te beginnen (Mark. 1:33-35). Tegen het einde van Zijn bediening is Hij nog steeds een “vroege opstaander”, die mensen ’s morgens vroeg in de tempel onderwijst (verg. Luk. 21:38).

Hoe komt het, dat we in het beroepsleven de neiging hebben discipline aan de dag te leggen, terwijl we het in het geestelijke leven vaak laten wegglippen? Hebben we vastberadenheid en doorzettingsvermogen bij het nastreven van goede geestelijke gewoonten? Zijn we vroeg in de ochtend op zoek naar de “blinkende Morgenster”?

 

Jan Philip Svetlik, © www.bibelstudium.de

Online in het Duits sinds 27.10.2017.

 

Geplaatst in:
© Frisse Wateren, FW