Zielenood
“Nu is Mijn ziel ontroerd …” (Joh. 12:27).
De Zoon van God had met Zijn discipelen gesproken over de weg van navolging. Hij sprak met hen over de kosten, maar ook over het loon dat hen te wachten stond. Dan staat plotseling het kruis voor Zijn heilige ziel. De gedachte, dat Hij binnen enkele dagen door God verlaten zou worden en sterven moest vanwege vreemde schuld, ontroerde Hem. Maar dat was de prijs die Hij moest betalen om mensen van de hel te redden, om voor altijd met Hem in het huis van Zijn Vader te kunnen wonen.
De Heer Jezus spreekt in gebed met Zijn Vader openlijk daarover, hoe Hij Zich voelt. Hij gebruikt geen holle frasen of aangeleerde gebeden, maar zegt de dingen zoals ze zijn en hoe Hij ze voelt. Doen we dat ook als we bidden? In de Psalmen lezen we vaak over hoe de Geest van God in gelovigen werkte en hoe ze hun gevoelens in gebeden lieten opschrijven. Het is niet zo dat God niet om onze gevoelens geeft. Integendeel! Hij heeft medegevoel, geeft echte troost en schenkt op het juiste moment de bemoediging, die we nodig hebben.
De Zoon van God heeft angst en ontzetting in een veel diepere mate ervaren, dan wij ooit zullen beleven. Daarom is Hij ook in staat om ons volledig te begrijpen en met ons mee te leven (Hebr. 4:15), als we door omstandigheden gaan die ons beangstigen. “In al hun benauwdheid was Hij benauwd” (Jes. 63:9), schrijft Jesaja met verwijzing naar het Joodse overblijfsel, dat eens door de verschrikkelijke tijd van verdrukking zal gaan. Ook de martelaren in Smyrna, die de dood in de ogen zagen, kon de Heer Jezus vanuit Zijn eigen ervaring begrijpen (Openb. 2:8-9). Hij weet ook hoe je je op dit moment voelt!
Bij het graf van Lazarus werd Jezus verontwaardigd1 in de geest toen hij de wenende mensen zag (Joh. 11:33). Hij was in de geest ontroerd, toen Judas op het punt stond Hem te verraden en kort daarna zijn eigen leven te nemen (Joh. 13:21). Hier is Zijn ziel ontzet, omdat de dood, koning van de verschrikkingen (zie Job 18:14), voor Hem staat. Met deze achtergrond is het aangrijpend, wat de Zoon van God korte tijd later tegen Zijn discipelen zegt: “Laat uw hart niet ontroerd worden“ (Joh. 14:1). Omdat Hij ontsteld en geschokt was, hoeven wij het niet meer te zijn. De psalmist schrijft: “Vertrouw op Hem te allen tijde, volk; stort uw hart uit voor Zijn aangezicht. God is voor ons een toevlucht” (Ps. 62:9). We hebben de vaste belofte dat God bij elke verzoeking ook de uitkomst zal geven, zodat we het kunnen verdragen (1 Kor. 10:13). “Wat buigt u zich neer, mijn ziel, en bent u onrustig in mij? Hoop op God, want ik zal Hem weer loven voor de volkomen verlossing van Zijn aangezicht” (Ps. 42:6).
Vertellen wij de Heer Jezus in gebed openlijk, hoe we ons voelen en ook waar we bang voor zijn, wetende dat Hij ons volledig begrijpt? Hebben wij het vertrouwen, dat Hij echt elke dag om ons geeft en dat onze gevoelens Hem niet onverschillig zijn? Wat betekent het in de praktijk voor ons gebedsleven, dat we “Abba Vader” mogen zeggen?
Jan Philip Svetlik, © www.bibelstudium.de
Online in het Duits sinds 25.09.2017.
Geplaatst in: Christendom
© Frisse Wateren, FW