7 jaar geleden

Afhankelijkheid in het leven van Jezus (16)

“Het woord over Hem verspreidde zich echter des te meer; en vele menigten kwamen samen om [Hem] te horen en van hun ziekten genezen te worden. Hij trok Zich echter terug in de woestijnen en bad” (Luk. 5:15,16).

Na de dienst

Wanneer de Heer een dienaar voor een speciaal doel gebruikt en de dienst zegent, bestaat het gevaar dat de dienaar het resultaat minstens gedeeltelijk aan zichzelf toeschrijft. Hij neigt er dan toe om lichtvaardig te handelen en het gebed te verwaarlozen, omdat hij denkt dat hij het ook zonder veel gebed heel goed kan. Iemand heeft eens treffend gezegd: “We neigen ernaar onafhankelijk te worden, terwijl we genieten van de vruchten van afhankelijkheid”.

Dat was niet het geval met de Dienaar van God. Nadat ons in Markus 1 vers 35 getoond wordt, hoe Hij ’s ochtends in afhankelijk gebed voor Zijn vader is, lezen we kort daarna dat Hij een melaatse geneest. Er is nog nooit zoiets in Israël voorgekomen. Velen zijn diep onder de indruk van dit wonder, willen Hem horen en genezen worden van hun ziekten. Dit was de gelegenheid om heel groot te worden bij de mensen. Hoevelen zouden in deze situatie, zonder naar de wil van God te vragen, eenvoudigweg praktisch verder zijn gegaan met datgene, wat juist succesvol is gebleken? Maar wat doet de Zoon van God in deze situatie? Omdat Zijn dienst voortkomt uit de gemeenschap met Zijn Vader, zoekt Hij niet de eer van de mens, noch laat Hij zich door omstandigheden of gelegenheden leiden. Hij kent de harten van mensen en weet dat ze alleen maar genezen willen worden, maar de Heiland afwijzen. In plaats van in de schijnwerpers te staan ​​voor de mensen, trekt Jezus Zich terug in de woestijnen en bidt (Mark. 1:41-44; Luk. 5:15,16).

Afgezonderd van het volk, komt Hij in de tegenwoordigheid van God, waar Hij aanwijzingen krijgt voor verdere diensten. Hoewel Hij te allen tijde ononderbroken in gebed is (Ps. 109:4), heeft Hij het verlangen naar speciale tijden van gemeenschap met Zijn Vader. Deze verborgen gemeenschap heeft voor Hem de hoogste prioriteit.

Wat doen wij nadat een dienst is gedaan? Gaan wij, net als de discipelen (Luk. 9:10), terug naar de tegenwoordigheid van de Heer en vertellen we Hem wat we hebben meegemaakt, en laten we ons opnieuw door Hem instrueren? Beproeven we ons voor de Heer of Hij wil, dat we doorgaan zoals voorheen? Trekken we ons zo ver als mogelijk is van de dagelijkse routine ook steeds weer in gebed terug? (verg. Ps. 55:17,18; 119:164)

Online in het Duits sinds 19.02.2017.

Jan Philip Svetlik, © www.bibelstudium.de

Geplaatst in:
© Frisse Wateren, FW