2 Petrus 1 vers 16-17
“Want niet als navolgers van vernuftig verzonnen fabels hebben wij u de kracht en de komst van onze Heer Jezus Christus bekend gemaakt, maar als ooggetuigen van Zijn majesteit. Want Hij ontving van God [de] Vader eer en heerlijkheid, toen van de luisterrijke heerlijkheid zo’n stem tot Hem kwam: ‘Deze is Mijn geliefde Zoon, in Wie Ik welbehagen heb gevonden’ “.
In deze tweede brief beschrijft de apostel Petrus de morele verdorvenheid van de tegenwoordige eeuw waarin wij leven. Te midden van dergelijke omstandigheden wijst hij de weg om te ontsnappen aan de stroom van het kwaad die om ons heen wordt bedreven. Het is niet over het overdreven bezig zijn met wat in deze wereld gebeurt, of het proberen om de wereld te verbeteren, maar deze brief wijst ons wat God in gedachten heeft voor deze wereld. Gods doel is om alle dingen onder één hoofd samen te brengen in Christus, alles wat in de hemelen is en wat op de aarde is (Ef. 1:10). De wereld is er nog om te getuigen, dat dezelfde Jezus die zij gekruisigd hebben, binnenkort zal komen in macht en heerlijkheid, als Koning der koningen en Heer der heren. Alle vijanden zullen zich aan Zijn voeten onderwerpen. De belofte van de toekomstige heerlijkheid van de Heer Jezus Christus heeft betrekking op het toekomstige duizendjarige rijk.
Jezus nam Petrus, Jakobus en Johannes mee op een berg om te bidden (Mark. 9:1-8; Luk. 9:28-36) en daar krijgen ze een voorproef van die toekomstige heerlijkheid. Hij werd in hun bijzijn voor hun ogen veranderd. Het is deze gebeurtenis waarnaar Petrus verwijst als hij zegt, dat ze ooggetuigen waren van Zijn majesteit. Nooit eerder is iemand getuige geweest van zulk een heerlijk toneel: Zijn gezicht stralend als de zon, Zijn kleding werd blinkend hel wit als sneeuw, en de stem van de Vader uit de luisterrijke heerlijkheid verklaarde Zijn welbehagen in Zijn geliefde Zoon.
“En [zo] hebben wij het profetische woord des te vaster, en u doet er goed aan daarop acht te geven als op een lamp die schijnt in een duistere plaats, totdat [de] dag aanbreekt en [de] morgenster opgaat in uw harten” (2 Petr. 1:19). De dag nadert snel wanneer de heerlijkheid van Christus het heelal zal vullen.
Geplaatst in: Overdenking bijbeltekst
© Frisse Wateren, FW