“ … u … zo nodig een korte tijd bedroefd”
2 Korinthe 12 vers 9; Filippi 4 vers 4; 1 Petrus 1 vers 6
Toen ik op een avond na een dag hard werken naar huis ging, voelde ik me erg moe en depressief. Toen verschenen plotseling en onverwachts deze woorden voor mijn geest: “Mijn genade is u genoeg”. Toen ik thuiskwam, las ik dit vers in mijn Bijbel en riep uit: “Heer, als u het zegt, dan moet het zo zijn!”
Nu kwam mij mijn kleingeloof wel zo dwaas voor: Als een kleine vis die zich bezorgd af zou vragen: “Is er genoeg water voor mijn grote dorst?” en waarop de oude zee antwoordt: “Gewoon drinken, visje, mijn stromen zijn genoeg voor jou.”
Of als een kleine muis in de graanschuren van Egypte, na de zeven jaar van overvloed die de honger vreesde en waarop een Egyptenaar zou hebben gezegd: “Heb goede moed, kleine muis, onze voorraadkamers zijn genoeg voor jou.”
Of zoals een man op de ijle hoogte van een berg, die tegen zichzelf zegt: “Ik adem het hele jaar door een paar kubieke meter lucht in, ik vrees dat de zuurstof niet genoeg zal zijn!” en aan wie de aarde zou toeroepen: “O man, vul je longen zonder bezwaar; mijn dampkring is genoeg voor jou!”
Kinderen van God hebben alle reden om een groot geloof te hebben en al hun vertrouwen op de Heer te stellen. Een klein geloof brengt onze ziel in de hemel, maar een groot geloof brengt de hemel naar onze ziel.
“Verblijdt u altijd in [de] Heer”
Een christen die zelf een grote beproeving onderging – zijn vrouw lag ernstig ziek in de kamer ernaast en de Heer nam haar na korte tijd op – schreef deze tekst in prachtige sierschrift op een aantal kartonnen borden, met de bedoeling om een aantal andere beproefde harten daardoor te bemoedigen.
Een van deze gezegden was al bijna klaar toen door onvoorzichtigheid een grote vlek ontstond. Het ergerde hem zodanig, dat hij zijn werk wilde vernietigen. Op dat moment kwam de verpleegster de kamer binnen en vroeg: “Wat is er aan de hand?”
“Kijk eens naar die stomme vlek; ik wilde iets doen om anderen op te monteren en nu deze pech!”
“Ik begrijp dat je anderen wilde dienen door zulke mooie bijbelteksten te produceren, en degene die de meeste aanmoediging nodig heeft, ben jijzelf!”, antwoordde de zuster belangstellend.
Hij begreep de hint. De Heer wilde hem leren “zich altijd in de Heer te verblijden”.
Met opgelucht hart probeerde hij de vlek voorzichtig te verwijderen en dat lukte zo goed, dat niemand er daarna een spoor van kon zien.
Het was de bejaarde apostel Paulus, die geketend was omdat hij het evangelie van Gods genade had gepredikt, die deze bemoedigende oproep in zijn gevangenis schreef: “Verblijdt u altijd in [de] Heer! Nog eens zal ik zeggen: verblijdt u!” (Fil. 4:4).
G. T. © www.haltefest.ch
Jaargang: 1958 – Bladzijde: 19.
Geplaatst in: Overdenking bijbeltekst
© Frisse Wateren, FW