9 jaar geleden

15. De Bijbel – Moeten we alles wat in de Bijbel staat, letterlijk nemen?

Houdt het getuigenis dat de Bijbel het onfeilbare, volledig betrouwbare Woord van God is, automatisch in dat alles wat in de Bijbel staat waar is, en elke verklaring in de Bijbel letterlijk genomen moet worden? In sommige oren klinkt het misschien vreemd dat we ‘nee’ antwoorden op beide vragen. Deze les zal je laten zien wat we daarmee bedoelen.

1. Schrikt u niet! In de Bijbel staan duidelijk leugens. In Genesis 3 vers 5 staat namelijk de leugen, als de mens van de boom van de kennis at, zou hij zijn als

…………………..,

kennend ……………………… …… …………………………. !

Wie sprak deze leugen uit?

……………………………. .

2. Welke twee onwaarheden staan in 2 Koningen 5 vanaf vers 20?

a. ……………………………………………………………………………………………………….………….

b. ………………………………………………………………………………………………………..………..

3. Niet alles wat in de Bijbel staat, werd dus door God uitgesproken. Toch is het zo dat zulke mededelingen onder de leiding van Gods Geest  geschreven werden en daarom zijn volledig betrouwbaar zijn. We kunnen ons er op verlaten, zodat dat de zondeval in de Tuin van Eden zich precies zo heeft afgespeeld, zoals het in 1 Genesis 3 is weergegeven.

Hoe heette de profeet uit 2 Koningen 5?

…..……………………………………………….

Hoe heette zijn dienaar?

…..……………………………………………….

Deze dienaar, achter wie liep hij aan, aan wie hij de in vraag 2 bedoelde onwaarheden wilde voorspiegelen.?

…………………………………………………………….

4. Net zo belangrijk is het om te onderscheidden of iets letterlijk in de Bijbel bedoeld wordt of niet. Als voorbeeld daarvoor het woord van Jozua in Jozua 10 vers

………………………………..

“Zon, sta Stil in …………………………………..;

en maan, in het ………………… …… ……………..”.

Toen Galileo Galilei ontdekte dat niet de zon draaide rond de aarde, maar – precies het tegenovergestelde – de aarde, zich om haar as draaiend, een baan om de zon beweegt, werd hij uitgemaakt voor een ketter door de paus en de protestantse theologen. Men nam namelijk deze uitspraak hardnekkig letterlijk en meenden dat de Bijbel leert dat de zon om de aarde draait.

5. Maar de Bijbel geeft ons geen wetenschappelijke beeld van de wereld. Het beschrijft de dingen zo, zoals wij mensen ze zien. Zo lezen we in Prediker 1 vers 5:

……………………………………………………………………………………………………….……………….

……………………………………………………………………………………………………….……………….

Daarmee wil God ons geen les in de sterrenkunde geven, maar hij laat ons zien hoe vergankelijk de mens is, in vergelijking met de onveranderlijke loop van de natuur. Daarvoor is het goed en nodig om ook de context te bekijken.

6. De grote fout van de theologie van vandaag is echter, dat zij het niet-letterlijke als niet-historisch, als niet-betrouwbaar opvat. In het geval bij Jozua was niets bijzonders gebeurd. Echter, Jozua 10 vers 14 zegt, dat er is geen dag geweest als

……………………………………………………………………………………………………….……………….

……………………………………………………………………………………………………….……………….

7. Nu nog een paar voorbeelden uit de mond van de Heer Jezus persoonlijk. Toen Hij tegen Nicodemus zei, dat “een mens opnieuw geboren moet worden”, meent deze, dat dit naar de natuurlijke geboorte verwijst, terwijl de Heer het geestelijk bedoelt (Joh. 3:3).

De vrouw van Samaria vat de uitspraak van de Heer: “… ieder die drinkt van het water dat Ik hem zal geven, zal in eeuwigheid geen dorst meer hebben” ook letterlijk op (Joh. 4:14), want ze zegt:

……………………………………………………………………………………………………….……………….

……………………………………………………………………………………………………….……………….

……………………………………………………………………………………………………….……………….

8. In vorige lessen hebben we ons al bezig eens met Lukas 22 vers 36 beziggehouden. De Heiland zegt daar dat iemand die geen zwaard heeft, zijn kleed moet verkopen en zich een zwaard aanschaffen moet. De discipelen hebben daarbij letterlijk aan een dergelijk wapen gedacht, omdat zij zeggen:

“Heer, zie hier zijn ………………………………”.

Petrus gebruikt later één van beide. Echter, wat zegt de Heer in

Mattheüs 26  vers ………?

Daaruit wordt duidelijk dat de Heer niet letterlijk een zwaard kan hebben bedoeld. Maar wat betekent dan het woord in Lukas 22 vers 36?

Nu, het volgende: De Heer wist dat er nu een tijd zou aanbreken, waarin ze rekening moesten houden met ontberingen, vervolgingen en weerstand. Ze moesten zich daarop dan ook geestelijk voorbereiden op de komende strijd van het geloof. Daarvoor hadden zij verschillende hulpmiddelen nodig. De Heer gebruikte het voorbeeld van een geldbuidel en een zwaard, om de discipelen te laten zien, dat zij, in plaats van te rekenen op een directe bijstand – zoals ten tijde toen Hij bij hen was -, naar de maat van hun persoonlijke geloof met dat rekenen moesten, wat God hen ter beschikking zou stellen. Een bijzonder werkzaam middel in de strijd van het geloof is het “zwaard van de Geest” (Ef. 6:17), een essentieel onderdeel van de “hele wapenrusting van God”, waarvan de apostel spreekt in hetzelfde hoofdstuk.

9. Toen de Heer het avondmaal instelde, zei Hij van het brood: Neemt,

eet, dit is …………. ……………………… (Matth. 26:26).

In de Rooms-katholieke kerk heeft men dit woord (zoals de discipelen in Lukas 22 het zwaard) letterlijk genomen.

Echter een dergelijke opvatting is in strijd met de hele geest van de Schrift. De Heer heeft bijvoorbeeld ook gezegd: “Ik ben de ware

………………………………….” (Joh. 15:1) en “Ik ben .……… …….……………… .………

.……… ….………………….” (Joh. 6:35,48).

Deze uitspraken zijn figuurlijk bedoeld. Zo spreken wij ook. Van een foto zeggen we: “Dat is mijn moeder!”, terwijl we bedoelen: “Het stelt mijn moeder voor”, of: “Het is een portret van mijn moeder”.

10. Dat het noodzakelijk is naar de uitleg van de Schrift te vragen, wordt ook duidelijk uit Johannes 6 vers 27. Als we dit letterlijk nemen, dan zouden we kunnen lezen, dat wij zouden moeten

……………………………………………………………………………………………………….……………….

……………………………………………………………………………………………………….……………….

Maar dat kan nooit worden bedoeld. Dat is bijvoorbeeld duidelijk uit de

woorden van Paulus in 2 Thessalonicenzen 3 vers ………….: “Als iemand

niet wil  ……………………………, zal hij ook niet eten”.

De Heer bedoelt, dat het geestelijke voorrang moet krijgen op het natuurlijke; dat de zorg voor de ziel belangrijker is dan de verzorging

van het …………………… . Denken wij daar altijd aan?

11. Kent u ook iemand (een vrouw) uit het Johannes evangelie die de woorden van de Heer Jezus letterlijk nam? Wie was dat en bij welke gelegenheid was dat?

……………………………………………………………………………………………………….……………….

……………………………………………………………………………………………………….……………….

© Bibelkurs.com

Geplaatst in:
© Frisse Wateren, FW