14 jaar geleden

In den beginne [1] – Genesis 1 en 2 (deel I)

Genesis 1

Belangrijk voor het begrijpen van de eerste beide hoofdstukken van Genesis is te overwegen, om wat voor bijbelboek het eigenlijk gaat.

Overzicht

  • Het behoort tot de langste boeken van de bijbel.
  • Het is het boek dat de grondslag legt van de bijbel, waarop al het andere inhoudelijk en moreel bouwt, bijvoorbeeld wat de betrekking van de mensen tot God betreft
  • .In vele vertalingen betekent dit boek “Genesis”* – zoals het in de Septuaginta1 het eerst genoemd werd. Genesis** betekent vertaald ‘oorsprong’ – het is het boek van de oorsprong, van de aanvang, waarin in de kiem alles ingesloten is.
  • Het grote thema van dit boek luidt: “leven”. Er wordt geschapen (1:2), opnieuw geschonken (3:8,9), voortgeplant (3:4,5), enzovoorts.
  • Vele, zo niet de meeste zegeningen, die we in het nieuwe testament vinden, worden in Genesis al aangeduid – in voorbeelden, beelden of andere aanwijzingen.
  • Dit boek legt de grondslag voor de openbaring van God in de hele bijbel. Men kan niet de waarheid van de bijbel belijden en dit bijbelboek afwijzen. De scheppingsheerlijkheid is onafscheidelijk met Zijn andere heerlijkheden verbonden. De Schepper-God is ook de Redder-God. De mens is verantwoordelijk voor Zijn Schepper, die ook zijn Redder zijn wil, en die – als de mens Hem afwijst – eens zijn Rechter zijn zal.
  • De kiem van vele latere ontwikkelde grondbeginselen en waarheden van de bijbel vinden we in het boek Genesis, afgezien van de wet. En zelfs dat is er in beeld – bij Adam (verg. Hos. 6:7; Rom. 5:14), en in beeld in Hagar. Zelfs de gedachten van redding, die eigenlijk pas in Exodus 12-15 ontwikkeld wordt, vindt een kiem in de zegen van Jakob (verg. Gen. 49:18). Om enkele grondbeginselen of waarheden te noemen:
  • De drie-eenheid van God, een leer van het nieuwe testament: God is één (verg. Rom. 3:30), maar Hij bestaat uit meerdere Personen. Wanneer van God (Elohim) in het oude testament gesproken wordt, dan is dat in het meervoud, die in de Hebreeuwse tekst duidelijk maken kan, dat het om meer dan twee personen moet gaan. Al het eerste vers van de bijbel verduidelijkt dit. “In het begin schiep (enkelvoud) God (meervoud) de hemel en de aarde”. Of in hoofdstuk 1 vers 26: “Laat Ons mensen maken”.
  • De vleeswording van de Heer Jezus, bij een maagd geboren, vinden we in hoofdstuk 3 profetisch aangeduid. Daar lezen we in vers 15 van “het zaad [of nakomelingen] van de vrouw” (niet het zaad van de mensen) – van een man is geen sprake.
  • De antichrist wordt in hoofdstuk 3 vers 15 als het zaad van satan aangeduid.
  • Wat de zekerheid van het geloof betekent, leren wij van Noach, die in de ark gered werd. Ook toont ons Noach het leven van een gelovige op aarde, die opnieuw geboren is (Noach krijgt in beeld een nieuw leven, doordat hij door de ark gered werd; hij leeft om zo te zeggen op een nieuwe aarde).
  • De uitverkiezing, de roeping van God vinden we in Abraham.
  • In Izaäk wordt ons het zoonschap van de gelovigen van de genadetijd voorgesteld, ook hun erfenis.
  • Bij Jakob leren we iets over de tucht van de Heilige Geest.
  • Abraham is een beeld van God, de Vader (vooral in Gen. 22-24), die Zijn Zoon voor mensen in de dood overgeeft. Izaäk is in deze hoofdstukken een beeld van de Zoon van God, die als Mens op het kruis van Golgotha sterft en Zijn gemeente (waar Rebekka een beeld van is) als bruid verwerft. Jakob is een beeld van de Heilige Geest, maar niet in objectieve zin (alsof wij de Heilige Geest als Persoon zouden kunnen zien), maar in subjectieve zin, zoals de Heilige Geest in de gelovigen werkt en hen aan het doel brengt: voor ons christenen is dat de hemel.
  • We leren iets over de rechtvaardiging uit het geloof in Abraham. “En Abraham geloofde God en het werd hem tot gerechtigheid gerekend” (Gen. 15:6; Rom. 4:3).
  • Over afzondering leren we iets in het leven van Abraham. Hem werd gezegd: “Ga gij uit uw land, en uit uw maagschap …” (Gen. 12:1; verg. Gal. 1:4). Met andere woorden: “Scheidt u af van wat tot nu toe uw omgeving was en ga naar een geheel nieuwe omgeving” – dat is afzondering.
  • We vinden de dood en de opstanding van de Heer Jezus (in het offer van Izaäk, “waaruit hij hem ook bij gelijkenis teruggekregen heeft” – Hebr. 11:19).
  • We vinden de verhoging van de Heer Jezus in Jozef – zoals hij nu verheerlijkt is en zoals Hij op deze aarde de Verheerlijkte zijn zal.
  • We leren iets over de toekomst van Israël: het volk moet net als Jakob door diepten gaan een heeft een schitterende toekomst, zoals het einde van Jakob het hoogtepunt van zijn leven was (hij zegende de farao, Jozef en zijn zonen, alle twaalf zonen en hij aanbad op zijn sterfbed).
  • We worden over het oordeel van God over al het kwade onderwezen. Nog is het genadetijd, maar het oordeel komt: over de wereld van de goddelozen (Gen. 6-8; de zondvloed); over de wereld van de immoraliteit (Gen. 19, Sodom en Gomorra).
  • God geeft ons feiten, niet alleen vergelijkingen, ideeën etcetera. Juist dit eerste boek van de bijbel brengt ons van feit naar feit, zoals zich de dingen geheel in het begin hebben voorgedaan. Ongeveer de helft van de bijbel bestaat uit historische gegevens. De berichtgever is niemand minder dan God Zelf, die daarmee zeker een hoger doel had dan louter geschiedschrijving: de mensen inzicht te geven over God en zichzelf.
  • Een menselijke schrijver zou waarschijnlijk daarmee begonnen zijn, God in Zijn heerlijkheid etcetera te beschrijven. God doet dat hier niet direct. Hij spreekt in de eerste plaats over feiten, niet simpelweg van indrukken. Deze feiten openbaren de heerlijkheid van God. Dat, wat Hij doet, verkondigt Zijn heerlijkheid.
  • Dat wat God schept, is niet alleen tot nut voor de mensen, maar ook tot Zijn eigen verheerlijking. En dat betreft zowel het kleinste, wat God schept, als ook het grootste.God openbaart Zich in dit boek op veelvoudige wijze:
    1. Schepper (hfdst. 1; Elohim);
    2. God de HEER (de beproevende God met betrekking tot mensen, Jahweh-Elohim, hfdst. 2);
    3. Verbonds-God met mensen of volk (Jahweh; hfdst. 4);
    4. God de Allerhoogste (El Elion; hfdst. 14);
    5. God die Zich laat zien (El-Roï; hfdst. 16);
    6. God de Almachtige (El-Schaddai; hfdst. 17);
    7. de eeuwige God (El Olam; hfdst. 21);
    8. de God van de Voorziening (de HEER zal voorzien, Jahweh-Jireh; hfdst. 22);
    9. de Sterke (El; hfdst. 31);
    10. God van het huis van God (El-Bethel; hfdst. 35).
  • Niemand kende deze feiten die we in Genesis 1 vinden, voor dat zij door God geopenbaard werden. Dat is geweldig!
  • God communiceert op een manier, die het hart, het verstand en ook het geweten treft. De mens gevoelt direct, dat dit precies bij God past!

Wetenschap en geloof

Steeds weer wordt een heftige discussie erover gevoerd, hoe men wetenschap en geloof bijeen brengen kan. Voor een christen moet daartoe als uitgangspunt de bijbel gelden, want hij weet, dat zij het Woord van God en daarmee de waarheid is (verg. Joh. 17:17). Daarop kan hij zich verlaten. Ook wanneer de bijbel geen wetenschappelijk boek is, houdt zij niets is wat in tegenspraak met de werkelijkheid is. Wanneer actuele wetenschappelijke uitspraken niet met de bijbel overeen schijnen te stemmen, zijn er de volgende mogelijkheden:

  • a. De wetenschappelijke uitspraak stemt niet met de werkelijkheid overeen. Met andere woorden: zij zal te eniger tijd weerlegd worden;
  • b. De wetenschappelijke uitspraak berust op wereldbeschouwelijke onderstellingen, die onwaar zijn;
  • c. Ik heb een bepaald vers of gedeelte van de bijbel verkeerd begrepen.

Veel christenen zullen veel natuurwetenschappelijke fenomenen misschien niet kunnen verklaren. Men zal in discussies met wetenschappers of zulke personen, die een breed of diepe kennis over natuurwetenschappelijke verbanden bezitten, gemakkelijk aan het korste eind trekken. Zolang men zich aan het Woord van God houdt, ook als het onpopulair is en als onwetenschappelijke voorgesteld wordt, staat de christen op een zeker fundament.

Daarvoor moet men bereid zijn, sommige misschien traditionele meningen onder christenen, die zich niet direct uit de bijbel laten afleiden, voorzichtig te formuleren. De bijbel zegt noch dat de aarde oud is, noch dat zij jong is. Zij zegt alleen, dat God de hemel en de aarde “in het begin”, wanneer dat ook geweest mag zijn, geschapen heeft. Voor het scheppen gebruikt God geen lange tijd. Psalm 33 vers 9 toont aan, dat Hij slechts spreken moest – en daarmee worden de dingen vanuit het niets geschapen. Daarmee is echter niet gezegd, wanneer God geschapen heeft. De materie kan zeer oud of zeer jong zijn. Alleen wanneer men tot de conclusie komt, dat Genesis 2 vers 1: “Alzo zijn volbracht de hemel en de aarde, en al hun heer. Toen nu God op de zevende dag volbracht had Zijn werk, dat Hij gemaakt had”, zeggen wil, dat ook het allereerste vers van de bijbel deel van de zeven dagen was, kan men vanuit de Schrift aantonen, dat het om een jonge aarde gaan moet. In Genesis 2 vers 1 lezen we slechts alleen, wanneer het werk volbracht werd, niet wanneer het begonnen is. Omdat de taal van de Schrift in Genesis 1 vers 1 en 2 zich vanaf vers 3 onderscheidt (pas vanaf vers 3 begint de Hebreeuwse verteltrant), kan men ervan uitgaan, dat de beide eerste verzen van het hoofdstuk niet deel van de volgorde van de zeven dagen zijn.

Belangrijk voor een christen is: de bijbel heeft “voorrang”. Wie zich daaraan houdt, staat ook natuurwetenschappelijk aan de goede kant. Soms – zoals bijvoorbeeld met betrekking tot het fenomeen van de herkauwers bij hazen (verg. Lev. 11:6) – duurt het lang tot wetenschappers erkennen, dat de bijbel gelijk heeft. Dan bewijst zich steeds weer: de bijbel is niet-wetenschappelijk geschreven. Maar daarmee is zij niet on-wetenschappelijk. De verbanden, waarvan de bijbel bericht, zijn daar juist beschreven. Toch heeft de bijbel niet het doel – ook niet in Genesis 1 vers 1 – ons onderricht in natuurwetenschappen te geven. Achter alle feiten die God ons meedeelt, staat altijd ook een geestelijke onderwijzing. Dit te ontdekken is niet het bevoegdheid-gebied van wetenschappers. Dat kunnen slechts zij doen, die God eerbiedigen – wetenschappers of niet.

Hoofdstuk 1 en 2

  • Het eerste boek van Mozes {Genesis} splitst zich in 2 delen:

1. Hoofdstuk 1,2: het begin van het universum, de aarde en de mensen.

2. Hoofdstuk 3-50: redding door het nageslacht van Eva(“zaad van de vrouw), geïllustreerd aan het geloofsleven van verschillende mensen.

  • Ook de eerste beide hoofdstukken splitsen zich weer in twee delen:

1. Hoofdstuk 1-2:3: het begin van alle dingen, geschapen door God.

2. Hoofdstuk 2:4-24: de mens in zijn verantwoordelijke betrekking ten opzichte van God.

Hoofdstuk 1:1-2:3: het begin van alle dingen, geschapen door God

Aan het begin van dit deel geef ik een overzicht over deze verzen en de scheppingsdagen. Daardoor zal de structuur van dit bericht duidelijker worden.

 IMG_7978

  • PARALLELLEN. Ik heb geprobeerd om in de tabel hierboven duidelijk te maken, dat er altijd parallellen tussen twee dagen zijn: tussen de eerste en de vierde dag, tussen de tweede en de vijfde dag alsook tussen de derde en de zesde dag. Op de eerste en de vierde gaat het om licht respectievelijk lichten, op de tweede en de vijfde om water en hemel respectievelijk hun bewoners, op de derde en de zesde om de aarde (en gedeeltelijk om de zee) en de vrucht, leven op de aarde.
  • DUBBELE DAGEN. Het valt daarbij op, dat de derde en de zesde dag telkens twee delen omvatten. God wordt ook tweemaal op deze dagen actief. Zesmaal lezen wij dat de dingen zo worden, zoals God het wilde, zesmaal geeft Hij dat, wat Hij gemaakt heeft, het predicaat “goed”. Aan het slot van Zijn actief werken op de zesde dag kan Hij over het totale werk zeggen: “zeer goed”.
  • SCHEIDING – LEVEN. Nog iets: de eerste drie dagen zijn door scheiding bepaalde dingen gevormd – geestelijk toegepast, kunnen we van afzondering spreken. De dagen vier tot zes daarentegen worden daardoor gekenmerkt, dat datgene, wat gescheiden werd, met leven vervuld wordt, waarbij dit leven al op de derde dag zijn begin heeft.
  • GOD. Afsluitend: in Genesis 1 vers 1 tot 2 vers 3 wordt 35 maal (5×7-maal) de naam “God” (Elohim) genoemd.

Aanbeveling:

a) Vier voordracht-CD’s van Chr. Briem: “Es werde Licht” over de scheppingsdagen in Genesis 1. Elke Cd kost 2,50 euro, tezamen 10 €. {in het Duits}. Geïnteresseerd: wendt u zich dan tot: fmn@folgemirnach.de
b) C.H. Mackintosh: Genesis (in bijbeluitleg over de 5 boeken van Mozes), goed begrijpelijke toepassingen van het onderwijs van de boeken van Mozes. Verkrijgbaar bij: Stichting Uit het Woord der Waarheid, Postbus 260, 7120 AG Aalten.c) “Schöpfung und Sündenfall” (Genesis 1-3) van W. Mücher, goed begrijpelijke uitleg over de drie hoofdstukken van Genesis, 88 bladzijden, 2,50 €. {in het Duits}. Geïnteresseerd: wendt u zich dan tot: fmn@folgemirnach.de

NOTEN VERTALER:
* In het Duits spreekt men over Genesis als het 1e boek van Mozes: 1. Mose.
** Het boek Genesis (Grieks: Γένεσις, “ontstaan”; Hebreeuws: Beresjiet, “in (een) begin”) is het eerste boek van de Hebreeuwse Bijbel – WIKIPEDIA.
NOTEN:
1.  Griekse vertaling van het oude testament.

Wordt D.V. vervolgd.

Manuel Seibel – © Folge mir nach

Geplaatst in:
© Frisse Wateren, FW